OSLO in de praktijk bij Poppenspel tot leven gewekt
Usecase voor de toepassing van OSLO binnen de dataset poppenspel
Het Huis van Alijn nam deel aan de Werkgroep Implementatie OSLO, dat kadert binnen het cultural datalab van het project de Collectie van de Gentenaar, de praktische begeleiding werd ingericht door meemoo.In de inhaalbeweging ‘Poppen tot leven gewekt’ ligt de focus op de (verdiepende) registratie, digitalisering en ontsluiting van de deelcollectie 'poppenspel'. Bijzonder aan deze inhaalbeweging is de expliciete aandacht voor ‘immaterieel erfgoed’. De objecten, documenten en het audiovisueel materiaal uit deze collectie documenteren immers mee de erfgoedpraktijk van het poppenspel- en figurentheater. Ze zijn dragers van informatie en geven inkijk in technieken, het creatieve maakproces en de kennis die oudere generaties (vaak informeel) doorgeven aan jonge generaties spelers. Binnen de collectie zijn er duidelijke netwerken tussen personen en organisaties, en linken tussen collectiestukken te ontwaren. Naast een zuivere inhaalbeweging (registratie, digitalisering en ontsluiting) is er ook experiment met audiovisueel capteren van spel- en maaktechnieken en worden er interviews afgelegd met mensen uit de erfgoedgemeenschap, die de praktijk actief beoefenen.
Voor het Huis van Alijn, museum van het dagelijks leven vanaf de 20e eeuw, is deze collectie een deelcollectie. Ze is gegroeid vanuit de nauwe verwevenheid die het museum sinds de jaren 1930 heeft met Pierke van Alijn en diens voorgangers (Spelleke van de Muide en Spelleke van Folklore)
Het Huis van Alijn beschouwt deze collectie als referentiecollectie, die toelaat de geschiedenis, de evolutie en de tendensen in poppentheater in Vlaanderen vanaf de 20ste eeuw te schetsen, kaderen en documenteren. De collectie heeft niet als doel exhaustief te zijn.
Context data Huis van Alijn
De deelcollectie ‘poppenspel’ omvat een uiteenlopende set aan dragers, waaronder objecten (poppen, figuren, decors), documentair materiaal (ontwerptekeningen van decors, poppen, kostuums, affiches, folders,…), audiovisueel beeldmateriaal (foto’s, interviews met de betrokken gemeenschap, filmmateriaal van voorstellingen) en eigen producties (interviews met betrokkenen uit de erfgoedgemeenschap, captaties van technieken,…). De dataset is erg gevarieerd. Binnen die gevarieerde dataset bestaan heel wat linken. Contextuele informatie of kennis over de praktijk kunnen we op dit moment moeilijker kwijt in het huidige registratiesysteem.
Verloop traject Huis van Alijn
Het doorlopen traject bestond uit een 5 tal grote stappen die werden onderverdeeld in verschillende workshops waarbij zowel theoretische denkoefeningen als hands-on oefeningen aan bod kwamen:
1. Definiëren use-case
Scope? In de eerste plaats diende een concrete use-case gedefinieerd te worden. Er werd gekozen te focussen op de collectie van Theater Taptoe binnen de deelcollectie ‘poppenspel’. Theater Taptoe was een toonaangevend Gents poppen- en figurentheatergezelschap, opgericht door Luk De Bruyker. De collectie omvat 865 stukken en bestaat uit uiteenlopend materiaal: poppen en figuren, decors, ontwerptekeningen, flyers, affiches, foto’s, klank en bewegend beeld. Op bewegend beeld en klank na is de volledige collectie geregistreerd en gedigitaliseerd tijdens de lopende inhaalbeweging. Het geheel aan stukken documenteert de erfgoedpraktijk van Taptoe, samenwerkingen en inspiratiebronnen en geeft inkijk in hun oeuvre en de evoluties die het gezelschap heeft doorgemaakt.
Uitdaging? Het Huis van Alijn is niet de enige instelling die materiaal bewaart van Theater Taptoe. Het organisatie-archief en poppen uit sociaal-geëngageerde voorstellingen werden door Luk De Bruyker geschonken aan het AMSAB-ISG. Ook het TOPIC - Museo y Centro Internacional de la Marioneta de Tolosa in Spanje bewaart een deel van de collectie. Informatie over makers, organisaties en podiumproducties van Theater Taptoe is terug te vinden op Kunstendatabank. Wat betreft speltechnieken of internationale terminologie is de WEPA, World Encyclopedia of Puppetry Arts, een belangrijke autoriteit. Momenteel is er weinig of geen uitwisseling van data en kennis tussen verschillende instellingen en bronautoriteiten.
Doelgroep? Met de implementatie van OSLO zou het Huis van Alijn zich kunnen richten op twee potentiële doelgroepen:
- Het mogelijk maken voor onderzoekers, geïnteresseerden of jonge theatermakers een overzichtelijke en verrijkte dataset raad te plegen en te doorzoeken (en op termijn eventueel linken te leggen met externe collecties).
- Developers die aan de slag willen gaan met de ruwe data faciliteren.
Toepassing? Het toepassen van OSLO zou het mogelijk kunnen maken het oeuvre van Theater Taptoe, dat verspreid zit over verschillende instellingen, op een zichtbare plek samen te brengen voor raadpleging (of potentiële bruiklenen). Ook op onze eigen kanalen beschikken we niet over de mogelijkheid het complexe web aan linken tussen collectiestukken, makers, voorstellingen en technieken te delen. Opnieuw houden we de mogelijke doelgroepen in het achterhoofd:
- Jonge makers in contact brengen met het erfgoed en het verleden van poppen-en figurentheater en op die manier een erfgoedpraktijk/hergebruik een stimulans geven.
- Developers laten experimenteren met een ruwe dataset. Met als doel het complexe web aan linken, netwerken, informele uitwisseling die binnen de collectie van Theater Taptoe te vinden is ontsluiten en visualiseren.
Nadat een concrete use-case werd geformuleerd gingen we aan de slag met de volgende stappen:
2. Modelleren van het datamodel van de collectie Theater Taptoe
In eigen woorden modelleerden we de collectie in graaf vorm. De linken die bestaan binnen de collectie en de autoriteiten waar we naar verwijzen werden beschreven en gevisualiseerd.
3. Modelleren van het Huis van Alijn-pattern naar het OSLO-pattern
In deze stap werd het datamodel uit stap 2 als basis gebruikt om de verdere mappingsoefening uit te voeren naar het OSLO-pattern (en vocabularium).
4. Serialiseren van het OSLO-pattern naar JSON-LD
In deze stap werd de modellering uit stap 3 geserialiseerd naar een JSON-LD.
5. Opmaak transformatieplan
Aangezien het Huis van Alijn partner is in collectie van de Gentenaar, hebben we toegang tot de binnen het kader van dit project opgezette systeemarchitectuur LDES (Linked Data Event Stream). Binnen het transformatieplan werd gekeken hoe verder zou gebouwd kunnen worden op de LDES of afgeleiden.
Dataverrijking en registratie
In de eerste plaats staat de inhaalbeweging centraal. Een projectmedewerker verzamelt en registreert inhoudelijke informatie. Kennis over de praktijk wordt gecapteerd in interviews, demonstraties, en wordt geregistreerd in het collectiebeheersysteem. De thesaurus (onderwerpen, personen en instellingen) wordt gelinkt aan erkende bronautoriteiten zoals AAT, Geonames en wikidata.
Met een mooi afgewerkte dataset kunnen volgende stappen gezet worden.
Ontsluiting en architectuur
Jonge makers, geïnteresseerden en developers toegang geven tot de afgewerkte dataset die OSLO conform ontsloten is, zou vereisen dat er een browser/applicatie wordt gebouwd op een endpoint. Er zijn twee mogelijke opties voor die endpoints:
- een uitbreiding van de bestaande LDES. Voordeel is dat de LDES de data erg volledig levert, en mogelijkheden biedt voor het ontsluiten in graph-vorm. De uitdaging zit echter in de grote hoeveelheid aan data die wordt bezorgd en die complex in elkaar zit.
- Een alternatief zou het opzetten van een REST API zijn. Hoewel die de data niet in graph vorm deelt, biedt deze REST API wel meer mogelijkheden. Ze levert immers de data op maat van de use case: eenvoudige, direct bruikbare (platte) data die je kan omzetten naar een visuele representatie.
- De Collectie van de Gentenaar kan ook via SPARQL queries bevraagd worden via de SPARQL-omgeving van de stad Gent en in Communica web client, link naar documentatie: https://github.com/CoGhent/sparql_party/blob/main/README.md
Resultaten, ervaringen en bedenkingen
Op dit moment biedt het eigen registratiesysteem nog onvoldoende mogelijkheden in de registratie van linken tussen collectiestukken, informele netwerken of erfgoedpraktijken. In dat opzicht is het mappen van deze collectie naar OSLO en serialiseren naar JSON-LD voorbarig. Bepaalde data geraken we op dit moment immers niet ‘gestandaardiseerd’ kwijt. De beperkingen waar we binnen dit project op stoten, kunnen wel dienen ter inspiratie voor de uitbouw van databank gericht op erfgoedpraktijken. Wat bovendien voortbouwt op het door meemoo en WIE gepubliceerde rapport ‘Immaterieel erfgoed transformeren in data’.
Wel beoogt het Huis van Alijn na de Werkgroep Implementatie OSLO Erfgoeddata de mogelijkheden te onderzoeken voor de bouw van een applicatie op een van de endpoints om de data op een visuele manier te kunnen delen. Op deze manier zouden we de erfgoedpraktijk die gedocumenteerd wordt door de collectiestukken kunnen in kaart brengen.
Documentatie
- SPARQL-query: https://github.com/CoGhent/sparql_party/blob/main/README.md
- https://huisvanalijn.be/nl/digitale-inhaalbeweging-poppenspel
- https://immaterieelerfgoed.be/files/attachments/.2551/immaterieel-erfgoed-transformeren-in-data-naar-een-datamodel-voor-het-registreren-van-immaterieel-erfgoed-in-collectieregistratiesystemen.pdf
Contact
- Eva Diercx - Huis van Alijn