Publicatie:Kwaliteitscontrole van gedigitaliseerde audio-opnames

Uit Cultureel Erfgoed Standaardentoolbox
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Samenvatting

Begin 2014 startte VIAA (Vlaams Instituut voor Archivering) met de digitalisering van de collectie kwartduims audiotapes van de VRT. De digitalisering gebeurt door een externe firma. De collectie van de VRT bestaat zowel uit woord- als uit muziekbanden. Aan de muziekbanden worden iets hogere kwaliteitsnormen opgelegd dan aan de woordbanden. Om de kwaliteit van de opnames te controleren heeft VRT een testperiode ingelast, die uiteindelijk in 2 fasen is verlopen.

In de eerste fase heeft VRT controles uitgevoerd op gedigitaliseerde banden door deze ook zelf te digitaliseren met eigen opnameapparatuur, en daarna de audiobestanden auditief en visueel te vergelijken met de bestanden gemaakt door de digitalisatiefirma. Dit was echter een zeer tijdsintensief proces.

In een tweede fase werd er een testband ontwikkeld die als referentie diende om de kwaliteit van de gedigitaliseerde opnames grondiger, objectiever en op regelmatige basis te controleren. Dit bleek ook een efficiëntere methode.

De resultaten van deze testen werden voorgelegd aan de digitalisatiefirma. Deze laatste kon op basis daarvan verbeteringen aanbrengen in het digitalisatieproces zodat de kwaliteit van de gedigitaliseerde opnames nu gegarandeerd is.


Referentie
Titel Kwaliteitscontrole van gedigitaliseerde audio-opnames (Voorkeurstitel)
Locatie [ ]
Uitgever
Jaar van uitgave 2015
Rechten CC-BY-SA
Persistent ID



Auteurs

Loes Nijsmans (medewerker PACKED vzw)
Klaas Janssens (stafmedewerker VRT)

Status

De testprocedure is operationeel, maar de digitalisering van de VRT tapes zelf loopt nog tot en met 2018. De periodieke testen zullen doorgaan tot de laatste band gedigitaliseerd is.

Probleemstelling

De collectie van de VRT bestaat zowel uit woord- als uit muziekbanden. Aan de muziekbanden worden iets hogere kwaliteitsnormen opgelegd dan aan de woordbanden. Bij de aanbesteding van de opdracht werd er, o.a. wegens tijdsgebrek, te weinig aandacht besteed aan doordachte kwaliteitscriteria voor de digitalisering, vooral met betrekking tot de muziekbanden. VRT heeft daarop besloten zelf een testprocedure op te zetten om de gedigitaliseerde opnames op kwaliteit te controleren. De ontwikkeling van de testprocedure gebeurde door de VRT, maar VIAA en de digitalisatiefirma zijn hierbij nauw betrokken geweest. Het doel was een zo efficiënt mogelijke procedure op te stellen en die vervolgens systematisch toe te passen.

Methode

Het opstellen van de testprocedure is in 2 fasen verlopen: eerst via 1-op-1 digitalisering, waarbij de audiotapes door de digitalisatiefirma en de VRT gedigitaliseerd worden en dat beide digitale bestanden met elkaar vergeleken worden, en daarna door middel van een testband.

1-op-1 vergelijking

Allereerst heeft de VRT een aantal representatieve stalen van de collectie kwartduims audiotapes samengesteld en aangeleverd aan de digitalisatiefirma. In deze stalen, bestaande uit een tiental banden, zaten zowel woord- als muziekbanden met verschillende eigenschappen: banden op kern/spoel, grote/kleine spoelen, verschillende snelheden, mono/stereo, met/zonder ruisonderdrukking, enz.
Na de digitalisering van een staal door de firma kon gestart worden met het testen door de VRT. Concreet gingen de gedigitaliseerde opnames terug naar VRT, samen met de technische metadata die werden gegenereerd tijdens het digitaliseren. De minimale voorwaarde voor een goede digitalisering is dat er geen verschil mag te horen zijn tussen de analoge en de digitale versie. Maar met het oor kan je kwaliteitsverlies niet altijd gemakkelijk en objectief waarnemen. Daarom voerde VRT van diezelfde banden steeds een digitalisering uit met hun eigen opname-apparatuur. Het voordeel van een gedigitaliseerde audio-opname is dat je ook een visueel beeld kan krijgen (zie afbeelding). De digitale audiobestanden werden in het audiobewerkingsprogramma SADiE (Studio Audio Disk Editor) ingeladen en eerst auditief vergeleken. Daarna werden de golfvormen van beide resultaten ook visueel met elkaar vergeleken, en beoordeeld aan de hand van 3 parameters:

Screenshot audiobewerkingsprogramma. Voorbeeld van 2 digitale opnames die een verschillende snelheid hebben. Ook een afwijking van het geluidsniveau is duidelijk zichtbaar.
  • Een eerste parameter is het geluidsniveau. Een uitgesproken afwijking van de hoogte van de golfvorm t.o.v. het origineel wijst meestal op een ongeoorloofde manipulatie van het signaal. Dit kan zowel een versterking als een verzwakking zijn. Beide kunnen een aanzet zijn voor al dan niet hoorbare verschillen in klank. Vooral oversturingen zijn absoluut te vermijden. Dit zijn passages waar het signaal de bovengrens zelfs overschrijdt en waar onherroepelijk informatie verloren gaat. Deze zijn gelukkig heel gemakkelijk te detecteren, en ook goed hoorbaar.
  • Een tweede parameter is de bandsnelheid. Deze parameter is eigenlijk ook als een afwijking t.o.v. de originele golfvorm vast te stellen. Een gemakkelijk manier om dit te doen is door het begin van beide opnames in het audiobewerkingsprogramma gelijk te stellen. Als je vervolgens naar het einde kijkt, kan je zien dat de opname al dan niet gelijk afloopt.
  • De derde parameter die gecontroleerd wordt, is de aanwezigheid van een stoorsignaal. Het elektrische signaal afkomstig van de weergavekop van de bandopnemer doorloopt heel wat elektronica en geleiders alvorens uiteindelijk de analoog-digitaal omvormer te bereiken. De elektronica zelf kan extra ruis toevoegen maar er kunnen ook d.m.v. straling externe stoorsignalen op het originele geluidssignaal geïntroduceerd worden. Naast de typische stoorsignalen die in digitale apparatuur (gsm, PC, enz.) gegenereerd wordt, is er ook de steeds noodzakelijk stroomvoorziening die roet in het eten kan gooien. Eén van de meest voorkomende is de introductie van brom, gegenereerd door de 50Hz wisselspanning die gebruikt wordt bij de toelevering van voedingsstroom aan de apparatuur. Dit - vaak subtiele - bromgelui kan je gemakkelijk waarnemen op stiltepunten, bijv. bij het begin of op het einde van de muziek, tijdens stille passages of tussen 2 zinnen bij woordopnames.

Deze parameters zijn gemakkelijk visueel vast te stellen, terwijl ze vaak moeilijk auditief objectief waar te nemen zijn. Om de parameters te kunnen analyseren en interpreteren, is wel een basisexpertise vereist. Dit werd gedaan door een geluidstechnicus bij VRT. Deze één-op-één digitalisering en vergelijking was een zeer grondige methode maar werd niet efficiënt bevonden, omdat het zeer tijdsintensief was.

Testband

In een tweede fase werd er gezocht naar een nieuwe methode. Deze introduceerde een professioneel meetapparaat dat gebruikt wordt om het geluid in studio's te meten, om audioapparatuur af te stellen, enz. Het voorstel was om een testband te maken. Een korte band van ca. 2 minuten waarop een aantal specifieke audiosignalen staan die via het geavanceerde meettoestel onmiddellijk een heel aantal gegevens kunnen verschaffen over hoe de digitalisering verlopen is. Deze band werd opgesteld op basis van de IASA (TC04) normen. Altijd met dezelfde korte band werken, heeft het voordeel dat er veel sneller kan gewerkt worden. Het meetapparaat geeft prompt een volledig, overzichtelijk en objectief rapport. Daarnaast kunnen de periodieke resultaten ook nog eens met elkaar vergeleken worden zodat het digitalisatieproces in zijn geheel in de tijd beter opgevolgd en geëvalueerd kan worden. De testband werd als volgt samengesteld:

  • Eerst werd een selectie gemaakt van parameters die voor dit type van geluidsdragers belangrijk zijn om de kwaliteit voldoende te kunnen beschrijven. Voor de hand liggende parameters zijn o.a. bandsnelheid, wow & flutter, geluidsniveau, frequentieweergave-karakteristiek, ruis, vervorming en overspraak.
  • Daarna werd gezocht naar kritische waarden waarbinnen deze parameters moeten blijven om een goede geluidskwaliteit te garanderen. Daarvoor werden o.a. de IASA (TC04) richtlijnen geraadpleegd. De aanbevelingen die daarin terug te vinden zijn werden dan vergeleken met de waarden die met een goede VRT Telefunken M15A referentiebandopnemers behaald werden.
  • Hieruit werden dan uiteindelijk grenswaarden gedistilleerd die, bevestigd door een aantal bijkomende specifieke luistertests, afdoende leken om voor het project als bindend aanvaard te worden.

Resultaten

De resultaten worden regelmatig voorgelegd aan de digitalisatiefirma. In de eerste rapporten stonden ook aanbevelingen ter verbetering van het digitalisatieproces, bijv. kabels moeten gebalanceerd zijn, niet asymmetrisch, het signaal moet van een bepaald niveau zijn, de bandopnemers moeten een stabiele en accurate snelheid hebben, enz. De digitalisatiefirma heeft deze resultaten en aanbevelingen ter harte genomen en zowel nieuwe kwaliteitsvolle apparatuur aangekocht, als de bestaande productielijn beter afgesteld. Momenteel werkt ze dus met twee productielijnen. De kwalitatief betere apparaten worden gebruikt voor de muziekbanden; de andere productielijn blijft in gebruik voor de woordbanden omdat voor deze collectie bepaalde parameters minder kritisch zijn. Om de kwaliteit blijvend te garanderen, zal de digitalisatiefirma de testband van VRT regelmatig op alle apparatuur laten draaien. Deze monitoring zal duren tot de laatste band gedigitaliseerd is. De firma is nu goed gewapend om de digitalisatie beter aan te kunnen.

Bronnen

Aanverwante gevalstudies:

Contactgegevens

Loes Nijsmans, projectmedewerker VIAA
PACKED vzw - Expertisecentrum Digitaal Erfgoed
T +32(0)471 95 58 31
E loes@packed.be