Handboek rechten klaren:Lange modellicentie (opgesteld door Herman Croux)

Uit Cultureel Erfgoed Standaardentoolbox
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Deze modelovereenkomst wordt gebruikt wanneer een erfgoedorganisatie of -instelling een licentie wil afsluiten met een auteur of rechthebbende om een werk of een groep van werken te digitaliseren en/of toegankelijk te maken via beveiligde netwerken of open netwerken.

De modelovereenkomst is bruikbaar voor het opstellen van een licentie met zowel een rechthebbende van een werk (bijvoorbeeld een kunstenaar) als met een rechthebbende van een fotografische reproductie van het werk (bijvoorbeeld de reprofotograaf), zowel voor digitalisering als voor het online toegankelijk maken.

Er bestaat een lange en een korte versie van deze modellicentie. De korte versie is voldoende om de nodige rechten te bekomen. De lange versie hieronder geeft een meer uitgebreide uitleg (artikel 3: beperkingen) en voegt een aantal verplichtingen voor de licentienemer toe (artikel 4). Verder bevat de lange versie ook de mogelijkheid tot vroegere beëindiging (artikel 5). In de lange versie wordt gekozen voor alternatieve geschillenbeslechting, in plaats van geschillenbeslechting via de rechtbanken (artikel 7).

De lange modellicentie voor digitalisering en online toegankelijkheid kun je downloaden door te klikken op de volgende link: Media:licentieovereenkomst_lange_versie_NL.doc

Herman Croux is advocaat en verbonden aan Marx, Van Ranst, Vermeersch & partners.

Toelichtende Nota

Artikel 1 – verleende rechten

Artikel 1 van de overeenkomst maakt het hart van de overeenkomst uit en is essentieel.

De overeenkomst heeft de vorm van een licentie (artikel 1). Dit betekent dat de licentienemer geen eigendom verwerft. De licentie is niet exclusief (de licentiegever kan ook een licentie aan anderen geven) en niet overdraagbaar (de licentienemer mag de licentie niet aan een derde overdragen zonder toestemming van de licentiegever).

De licentie is universeel en voor de duur van het auteursrecht (70 jaar na de eerste januari volgend op het overlijden van de auteur). Nadat de beschermingstermijn van het auteursrecht afgelopen is, is het werk vrij (publiek domein) en kan iedereen het gebruiken.

De overeenkomst houdt geen afstand in van wettelijke rechten. Daarmee wordt onder meer bedoeld het recht van reproductie voor bewaringsdoeleinden en consultatie via speciale terminals in de gebouwen van onder meer bibliotheken, musea en archieven (Artikel 22 par. 1, 8° en 9°). Deze rechten heeft de licentienemer in elk geval, of er nu een overeenkomst is of niet.

In de overeenkomst zijn er verschillende niveaus, met telkens meer rechten voor de licentienemer. Verschillende rechten kunnen aangevinkt worden.

Het eerste niveau betreft de loutere digitalisatie van het werk (niveau A). In een tweede niveau kan een gebruiker via beveiligde netwerken toegang hebben tot het gedigitaliseerde werk (niveau B). In een derde niveau kan de licentienemer het gedigitaliseerde werk op een netwerk plaatsen zodat ieder er kennis van kan nemen (niveau C).

In niveau A (digitalisatie) is de essentiële bepaling dat de licentienemer het werk mag digitaliseren (artikel 1.1). Digitaliseren is het maken van een getrouwe kopie in een vorm leesbaar door een machine (zie definities op het einde van de overeenkomst – punt 1.3). De mogelijkheid van toegang, reproductie, en bewaring (artikel 1.1, 1.3, 1.4) worden daar voor de goede orde bij vermeld.

In niveau B kan dan een derde toegang hebben tot en kennis nemen van het gedigitaliseerde werk. In niveau B zijn dit enkel derden die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot een beveiligd netwerk (dit is een netwerk waarbij je toegang hebt via een paswoord of andere wijze van authentificatie – zie definities op het einde van de overeenkomst - punt 1.9, 1.10 en 1.11). Het gebruik kan toegestaan worden in de lokalen (artikel 1.5) of via beveiligde netwerken (artikel 1.6). De gebruikers mogen dan ook de versie doorzoeken, bekijken en weergeven (artikel 1.7.1), elektronisch bewaren voor persoonlijk gebruik (artikel 1.7.2) of er kopieën van delen van afdrukken (artikel 1.7.3).

Deze rechten kunnen eventueel doorgegeven worden aan andere culturele instellingen (artikel 1.8).

De licentienemer kan ervoor kiezen om de licentie gratis te maken, een kostendekkend bedrag et vragen (om de kosten van de digitalisatie te dekken), of een bedrag waarbij een winst gerealiseerd wordt (artikel 1.9).

In niveau C kan men toegang hebben tot het werk via een open netwerk. Dit kan aan een ieder zonder registratie, of enkel aan personen die geregistreerd zijn (artikel 1.10).

Derden mogen – in toenemende mate van gebruik – het werk doorzoeken, bekijken of tijdelijk downloaden, of permanent bewaren of er delen van afdrukken (artikel 1.11).

Artikel 2 – betaling

Artikel 2 betreft de betaling. Ofwel dient er geen betaling plaats te hebben, ofwel zal het bedrag van de betaling ingevuld moeten worden.

Artikel 3 – beperkingen

Artikel 3 maakt voor de goede orde een aantal beperkingen duidelijk. In de korte versie zijn deze niet uitgelegd, want eigenlijk vloeien deze beperkingen vanzelf voort uit de wet.

De namen van de auteurs moeten aangebracht worden zoals op het oorspronkelijk werk (artikel 3.1) en het werk mag niet gewijzigd of ingekort worden, tenzij het nodig is om het zichtbaar te maken op een computerscherm (artikel 3.3). Dit zijn ook de morele rechten van de auteur: de auteur heeft steeds recht op naamsvermelding en op de integriteit van zijn werk. Hij zou hoogstens kunnen toelaten dat zijn werk toch gewijzigd mag worden, in de mate dat zijn eer en reputatie niet wordt aangetast. Deze overeenkomst laat evenwel geen wijzigingen toe.

Ook de andere beperkingen in artikel 3 expliciteren wat sowieso door de wet verboden wordt indien het niet door de overeenkomst wordt toegelaten: men mag enkel de toegelaten kopieën maken (artikel 3.2), men mag het werk niet verder verspreiden (artikel 3.4), men mag geen afgeleide werken maken (artikel 3.5), men mag geen rechten geven aan een derde partij (tenzij om technische interventies te doen) (artikel 3.6), men mag geen verdere digitalisaties maken in andere formats, tenzij dit nodig is om het gebruik en de archivering op lange termijn mogelijk te maken (artikel 3.8).

Artikel 4 – andere verplichtingen

Artikel 4 voegt een aantal andere verplichtingen van de licentienemer toe.

De licentienemer kan de licentiegever inlichten over de frequentie van gebruik (artikel 4.1).

Er kunnen instructies gegeven worden door de licentiegever met betrekking tot technische voorzieningen of informatie over rechtenbeheer (artikel 4.2). Dit zijn twee specifieke termen opgenomen in de Europese Richtlijn Informatiemaatschappij 2001/29. “Technische voorzieningen” betreft technologie, inrichtingen of onderdelen die in het kader van hun normale werking dienen voor het voorkomen of beperken van niet toegestane handelingen ten aanzien van werken. “Informatie betreffende het beheer van rechten” betreft alle door de rechthebbenden verstrekte informatie die dient ter identificatie van het werk, of informatie betreffende de voorwaarden voor het gebruik van het werk

De licentienemer zal ook alle kosten op zich nemen, tenzij de kosten in het kader van alternatieve geschillenbeslechting aan beide partijen aangerekend worden (artikel 4.3).

De licentienemer moet de gebruiker ook voldoende inlichten of verbintenissen van hem bekomen om alle rechten te vrijwaren (artikel 4.4).

Artikel 5 – duur en beëindiging

Artikel 5 bepaalt dat bij inbreuk op de licentie de overeenkomst voortijdig beëindigd kan worden.

Artikel 6 – garanties

De licentiegever garandeert in artikel 6 dat er geen inbreuken gemaakt worden op auteursrechten of andere intellectuele eigendomsrechten. De licentienemer dient zich er dus van te vergewissen dat hij het recht heeft om de versie te laten digitaliseren. Bij werken met meerdere auteurs (bijvoorbeeld tekst, grafiek en muziek) dient de licentiegever hierbij voldoende zeker te zijn. De licentienemer neemt hier immers geen enkele verantwoordelijkheid en zal bij inbreuk zich verhalen op de licentiegever.

Artikel 7 – geschillenbeslechting en verdere bepalingen

Er wordt een regime van geschillenbeslechting bepaald buiten de rechtbank om (artikel 7.1 en 7.2). Men kan eerst een beoordeling vragen bij experts van de WIPO (World Intellectual Property Organization). Deze beoordeling is niet bindend en men kan vervolgens naar de rechtbank stappen. De bevoegde rechtbanken zijn uiteindelijk de rechtbanken van de licentienemer, volgens deze overeenkomst. Men kan ook een bindende alternatieve geschillenbeslechting voorstellen.

De verdere bepalingen in artikel 7 zijn standaardbepalingen: overeenkomsten mogen niet worden overgedragen zonder toestemming (die niet onredelijk zal worden geweigerd) (artikel 7.4.1), bij overdracht van het werk dient de licentieovereenkomst gerespecteerd (artikel 7.4.2), nietigheid van een clausule tast niet de overeenkomst in haar geheel aan (artikel 7.5), alle wijzigingen dienen schriftelijk te zijn (artikel 7.6), in geval van overmacht is er geen inbreuk (artikel 7.7).

Wettelijke uitzonderingsrechten blijven steeds gelden (artikel 7.8).

Tevens mag met derde partijen gesubcontracteerd worden voor technisch werk (artikel 7.9).

Bijlagen

In de eerste bijlage wordt opgenomen op welke werken de licentie betrekking heeft.

In een tweede bijlage zijn enkele definities opgenomen.

Het afgeleide werk wordt gedefinieerd (1.2). De overeenkomst bepaalt dat men geen afgeleide werken mag maken.

Definitie 1.4 en 1.5 zijn verbonden aan de rechten onder de Europese Richtlijn Informatiemaatschappij 2001/29 (zie commentaar bij artikel 4.2).

De terminologie van open en beveiligde netwerken is verder uitgewerkt onder definitie 1.8 tot 1.11.