Publicatie:De digitalisering van 8mm films

From Meemoo Kennisbank
Jump to navigation Jump to search


Samenvatting

Deze gevalstudie gaat over de technische aspecten van het digitaliseren van 8mm films. De aanleiding voor deze gevalstudie is de digitalisering van acht amateurfilms van Jos Ghesquiere door de Bibliotheek Kris Lambert (Oostende). De bibliotheek kreeg van de erfgenamen de toestemming om de films te digitaliseren en voor culturele doeleinden te ontsluiten, op voorwaarde dat de originele filmrollen en geluidsbanden werden terugbezorgd.

De bibliothecaris contacteerde in juni 2012 PACKED vzw met de vraag om advies en ondersteuning bij de digitalisering. De bijzondere moeilijkheid die zich stelde was de digitalisering van de bijhorende klankbanden en het digitaal samenvoegen van beeld en klank.

Het digitaliseringsproces werd opgesplitst in verschillende fasen en toegewezen aan de verschillende projectpartners. PACKED vzw coördineerde en documenteerde het proces. Deze gevalstudie gaat voornamelijk in op een aantal technische aspecten, namelijk:

  1. de bepaling van de technische kwaliteitseisen van de digitale kopieën;
  2. de selectie en communicatie met het labo dat de digitale kopieën maakte; en
  3. de controle of de afgeleverde digitale bestanden daadwerkelijk beantwoorden aan de vooropgestelde technische eisen.


Referentie
Titel De digitalisering van 8mm films (Voorkeurstitel)
Locatie [ ]
Uitgever
Jaar van uitgave 2013
Rechten CC-BY-SA
Persistent ID



Auteur(s)

Rony Vissers (PACKED vzw), coördinator van de digitalisering van de 8mm films.

Status

De digitalisering van de 8mm films en de bijhorende klankbanden naar een niet-gecomprimeerd Quicktime MOV-bestand (met v210 als videocodec en PCM als audiocodering) werd succesvol uitgevoerd. Ten behoeve van ontsluiting werden, samen met de Quicktime MOV-bestanden, ook raadplegingsbestanden met dvd-kwaliteit aangemaakt. Nadien werden de Quicktime MOV-bestanden, in functie van langetermijnbewaring, getranscodeerd naar een open bestandsformaat (MXF) en open videocodec (Motion JPEG2000).

Probleemstelling

1. Aanleiding

Still uit 'Koning winter regeert' (Jos Ghesquiere). Met de toestemming van de Bibliotheek Kris Lambert.

Jos Ghesquiere stichtte in 1947 samen met Silvian Smis en Ferdinand Heffinck Ciné Club Oostende. Hij was secretaris/penningmeester van de vereniging van 1955 tot 1966 en daarna tot 1968 secretaris. De erfgenamen van Jos Ghesquiere gaven de Bibliotheek Kris Lambert toestemming om acht 8mm-films uit de jaren '40 tot en met '60 te digitaliseren en voor culturele doeleinden te ontsluiten. Deze unieke collectie films refereert aan het collectieve geheugen van Oostende en stelt inwoners, onderzoekers en bezoekers in staat om kennis te vergaren over de geschiedenis van de stad. De Bibliotheek Kris Lambert is de openbare bibliotheek van Oostende. Ze beheert het bewaarfonds Ostendiana dat materialen omvat van vroeger en nu, over Oostende en Oostendenaars, gepubliceerd in Oostende of door een Oostendenaar. Zulke erfgoedcollecties vormen een bron voor onderzoek, recreatie en ontwikkeling en erfgoedorganisaties zijn bij uitstek de partners die het grote publiek stimuleren om erfgoed te ontdekken. De digitalisering en ontsluiting van de bovenstaande films van Jos Ghesquiere past in het opzet van dit bewaarfonds. De materialen van het bewaarfonds worden niet ontleend maar men kan ze tijdens de openingsuren wel ter plaatse in de bibliotheek raadplegen.

De 8mm films en hun klankbanden dienden na digitalisering te worden terug bezorgd aan de erfgenamen. Het is onduidelijk of de erfgenamen een goede preservering van de 8mm films en klankbanden kunnen verzekeren. Gezien hun inherente verval is het best mogelijk dat dit de enige kans was om het materiaal nog in redelijke staat te digitaliseren. Het herhalen van de digitalisering in de toekomst zou ook tot nieuwe kosten leiden. Voor de bibliotheek vervangen de digitale bestanden de oorspronkelijke films. Alhoewel de audiovisuele werken door de bibliotheek werden gedigitaliseerd in functie van ontsluiting, is men zich bewust van het belang van een goede bewaring van de digitale bestanden. Als zij niet voor een lange termijn kunnen worden bewaard, zal op een bepaald ogenblik in de toekomst ook hun ontsluiting in het gedrang komen. Een goede (digitale) bewaring is de eerste voorwaarde voor de ontsluiting op termijn.

2. Omvang

Het project omvatte de digitalisering van acht 8mm amateurfilms:

  • Koning winter regeert (1946-1947, zwart-wit, over de koude winter van 1946-1947)
  • De stormvloed (1953, zwart-wit, over de overstroming van 1953 in Oostende)
  • 't was koud (1954, zwart-wit, over de winterkou in januari 1954)
  • Op de Westkust: Ijslandvaarders en garnaalvissers te paard (1954, kleur, over de jaarlijkse herdenkingsviering van de terugkeer van de Ijslandvaarders en de garnaalvisserij in Oostduinkerke)
  • De Mercator te Oostende (productiejaar onbekend, kleur, over de aankomst van het Mercator-schip in Oostende)
  • De pechvogel (productiejaar onbekend, kleur, over een automobilist die wordt misleid door een liftster)
  • Dagboek van een renpaard (1961, kleur, over paardenkoers op de Wellington-renbaan)
  • 964 - 1964: Oostende 1000 (1964, kleur, over de viering van de duizendjarige verjaardag van de stad Oostende)

3. Motieven voor digitalisering

Links: 8mm film. Rechts: Super 8 film. Foto: Wikimedia.

Het doel van de digitalisering van de acht films was niet alleen het kopiëren van de films maar ook het vergroten van de overlevingskans van de films. De digitale kopieën van de films van Jos Ghesquiere hebben namelijk een grotere kans om de tand des tijd te overleven dan de 8mm films op pellicule met hun bijhorende klankband op magnetische tape.

8 mm is een filmformaat dat werd ontwikkeld door Eastman Kodak en in 1932 als een amateurfilmformaat op de markt werd gebracht dat goedkoper was dan 16mm. Het werd vanaf 1965 ook overvleugeld door de introductie van Super 8, dat kwalitatief beter en gebruiksvriendelijker is. De formaten van de aparte klankbanden van de films van Jos Ghesquiere zijn 8mm en 1/4 inch. Deze beeld- en klankformaten zijn ondertussen in zeer hoge mate in onbruik geraakt. Het is moeilijk er nog geschikte afspeelapparatuur voor te vinden. De Bibliotheek Kris Lambert is geen gespecialiseerde audiovisuele bewaarinstelling en het verzamelen en bewaren van de nodige afspeelapparatuur (met bijhorende kennis) voor dergelijke films zal dus nooit onderdeel zijn van haar kerntaken.

Naast de reproductie en het verhogen van de overlevingskansen, digitaliseert de Bibliotheek Kris Lambert de 8mm amateurfilms ten behoeve van hun ontsluiting. De raadpleging van de digitale kopieën is flexibeler en de kopieën verslijten niet. Door de films te digitaliseren kunnen ze voortaan met behulp van een eenvoudige computer worden afgespeeld en is de bibliotheek voor de vertoning van de films niet langer afhankelijk is van specifieke (verouderde) filmapparatuur. De digitale kopieën kunnen in de toekomst ook makkelijk zelf en, mits de nodige voorzorgen, zonder kwaliteitsverlies worden gedupliceerd. Door de beschikbaarheid van meerdere kopieën kunnen de films (mits toelating van de rechthebbenden) op verschillende plekken tegelijkertijd worden gebruikt en geraadpleegd, ook buiten de gebouwen van de bibliotheek. De raadpleging van de films is (mits toelating van de rechthebbenden) niet langer gebonden aan een fysieke ruimte maar kan ook makkelijk online gebeuren.

4. Knelpunten

Bij de overweging om de films te digitaliseren werd de Bibliotheek Kris Lambert geconfronteerd met een aantal technische obstakels.

Filmrol en magnetische klankband 'Dagboek van een renpaard' (Jos Ghesqquiere). Foto: Bibliotheek Kris Lambert.
  • Een gebrek aan kennis (en afspeelapparatuur):
    De Bibliotheek Kris Lambert is geen instelling die gespecialiseerd is in de bewaring van audiovisueel erfgoed. Hierdoor ontbeert zij zowel de apparatuur om de originele films af te spelen als de kennis en apparatuur voor een duurzame digitalisering van de films.
  • Het bepalen van de kwaliteitseisen:
    Het gebrek aan kennis op dit domein maakte het de Bibliotheek Kris Lambert lastig om op voorhand technische eisen vast te leggen. Deze kwaliteitseisen moeten niet enkel stroken met de eisen voor een duurzame bewaring maar ook met het beschikbare digitaliseringsbudget. Zonder kennis is het ook moeilijk om achteraf te controleren of het uiteindelijke resultaat voldoet.
  • Het digitaliseren en synchroniseren van de aparte beeld- en geluiddragers:
    Het bijzondere aan deze amateurfilms is dat het beeld en de klank op aparte dragers staan. Zij moeten afzonderlijk worden gedigitaliseerd. Hiervoor is gespecialiseerde hard- en software vereist. Nadien moeten het digitale beeld en de digitale klank zodanig worden samengevoegd dat ze synchroon lopen. Ook hiervoor is gespecialiseerde software vereist. Het gebruik van de hard- en software vereist de nodige kennis.
  • Het digitaliseren van de klankbanden:
    De Bibliotheek Kris Lambert kent wel labo's voor de digitalisering van het beeld maar die blijken niet in staat ook de klank te digitaliseren. Er dient een labo te worden gezocht dat niet enkel het beeld maar ook de klank kan digitaliseren, en hen bovendien vervolgens synchroon kan samenvoegen.

Bovendien zijn aan de productie en bewaring van digitale kopieën een enkele risico's verbonden.

  • De digitale kopie dient de kwaliteit van de analoge kopie te benaderen en de omzetting van analoog naar digitaal mag niet tot significant informatieverlies leiden. Dit kan vermeden worden door vooraf de nodige kwaliteitseisen vast te leggen en een professioneel digitaliseringslabo in te schakelen dat aan deze eisen kan voldoen.
  • Net als bij analoge formaten en afspeelapparatuur kunnen ook bestandsformaten, software en computerapparatuur in onbruik raken. Op dit probleem kan geanticipeerd worden door in de kwaliteitseisen de eis voor open en duurzame bestandsformaten en codecs op te nemen. Hierdoor verzeker je dat digitale bestanden in de toekomst makkelijk gemigreerd en getranscodeerd kunnen worden naar recentere formaten en codecs.
  • Verder zijn digitale bestanden ook kwetsbaar voor gegevensverlies door het verval van de fysieke dragers (bv. harde schijven) waarop de digitale bestanden worden opgeslagen. Op dit probleem kan geanticipeerd worden door een back-up van de bestanden op verschillende dragers op verschillende geografische dragers op te slaan en regelmatig de integriteit van de bestanden en de back-ups te controleren (bv. met checksums)

De bibliothecaris van de Bibliotheek Kris Lambert contacteerde PACKED vzw - Expertisecentrum Digitaal Erfgoed in juni 2012. Zij vroeg ondersteuning voor het vinden van een professioneel digitaliseringslabo dat niet enkel de films maar ook hun klankband kon digitaliseren en voor het opstellen van de kwaliteitseisen, rekening houdend met zowel de duurzaamheid als de grootte van het beschikbare digitaliseringsbudget. PACKED vzw stelde zelf voor om het digitaliseringsproces te coördineren en te documenteren als een CEST-gevalstudie.

Methode

Het eigenlijke digitaliseringsproces werd opgesplitst in een aantal fases die door de verschillende projectpartners werden uitgevoerd.

1. Doelstellingen, budget en auteursrechten

De eerste reeks acties werden ondernomen door de Bibliotheek Kris Lambert:

  • het bepalen van de doelstellingen van de digitalisering;
  • het bepalen van het beschikbare digitaliseringsbudget;
  • het afsluiten van een overeenkomst met de erfgenamen van Jos Ghesquiere m.b.t. de auteursrechten.

2. Inspectie, kwaliteitseisen en aanbesteding

Een tweede reeks acties werd ondernomen door PACKED vzw:

  • het oppervlakkig visueel inspecteren van het materiaal;
  • het omschrijven van de digitaliseringsopdracht (en kwaliteitseisen);
  • het zoeken van een geschikt digitaliseringslabo en het opvragen van een prijsofferte.

3. Inspectie, digitalisering, synchronisatie en transcodering

Vervolgens werd een derde reeks acties ondernomen door het digitaliseringslabo SuperSens (en opgevolgd door PACKED vzw):

  • het inspecteren, reinigen en waar nodig fysiek restaureren van het materiaal;
  • het apart digitaliseren van het beeld en de klank volgens de vooropgestelde kwaliteitseisen;
  • het digitaal samenvoegen van het beeld en de klank;
  • het transcoderen van de resulterende bestanden naar een bestandsformaat en codec die beantwoorden aan de eisen voor langetermijnbewaring;
  • het aanmaken van raadplegingskopieën met dvd-kwaliteit.

4. Controle en checksums

Dit werd gevolgd door een een vierde reeks acties die werden ondernomen door PACKED vzw:

  • het controleren van de kwaliteit van de afgeleverde bestanden;
  • het aanmaken van checksums voor de digitale moederbestanden.

5. Ontsluiting en bewaring

De Bibliotheek Kris Lambert neemt zelf verder de taak op zich om

  • de werken en de digitale kopieën te beschrijven;
  • de digitale bestanden en hun metadata voor de lange termijn te bewaren.

Resultaten

De digitalisering van de films en de klankbanden werd succesvol afgerond. De analoge opnames werden gedigitaliseerd en samengevoegd in een niet-gecomprimeerd Quicktime MOV-bestand (met v210 als videocodec en PCM als audiocodering). Dit vormde het moederbestand voor het maken van een archiveringsbestand met een open bestandsformaat (MXF) en open videocodec (Motion JPEG2000), en een raadplegingsbestand van dvd-kwaliteit.

Hieronder worden een aantal technische aspecten van het digitaliseringsproces verder toegelicht.

1. Digitaliseringsprocedé: telecine vs. scanning

Still uit 'Koning winter regeert' (Jos Ghesquiere). Met de toestemming van de Bibliotheek Kris Lambert.

Bij het digitaliseren van film zijn er twee verschillende methodes mogelijk: telecine of scanning. Bij telecine wordt een film, tijdens het afspelen, opnieuw door een beeldvormend apparaat opgenomen en omgezet in een videosignaal (vroeger analoog, nu digitaal). Bij scanning daarentegen wordt een film beeld per beeld gescand en vervolgens als een sequentie bewaard in een digitaal bestand.

Een belangrijke technische hindernis bij de omzetting van analoge film naar een digitaal bestand is de beeldsnelheid. Typisch voor 8mm amateurfilms is dat zij vaak werden opgenomen met een beeldsnelheid die lager is (in dit geval 18 beelden/seconde) dan wat gebruikelijk is voor professionele film (24 beelden/seconde) of video (25 beelden/seconde). Bijgevolg moeten zij dus ook tegen deze lagere beeldsnelheid bekeken worden. Bij digitalisering levert dit een extra complicatie op. Beelden moeten volgens een bepaald patroon worden verdubbeld om tot een beeldsnelheid van bijvoorbeeld 25 beelden/seconde te komen, zonder dat dit echter visueel opvalt. Indien elke beeld van de oorspronkelijke film één-op-één zou worden overgezet naar een videoframe, zou de speelduur van de (digitale) videokopie korter zijn dan van de oorspronkelijke film. Eenzelfde synchronisatieprobleem kan zich ook stellen bij de klank.

Rekening houdend met de kwaliteit van het originele materiaal, het beoogde gebruik van het digitale materiaal door de bibliotheek en het beschikbare budget, werd beslist om de films met behulp van telecine te digitaliseren naar standard definition video. Scanning naar een hogere resolutie zou mogelijk nog een betere kwaliteit en extra toepassingsmogelijkheden opleveren, maar ook leiden tot hogere digitaliserings- en opslagkosten, terwijl deze extra kwaliteit en toepassingsmogelijkheden niet zijn vereist door de bibliotheek.

2. Kwaliteitseisen

De kwaliteitseisen voor het digitale moederbestand stemmen overeen met de aanbevolen richtlijnen voor digitale videobestanden zoals die werden vastgelegd door CEST richtlijn] voor het digitaliseren van video.


Moederbestand Archiveringsbestand Raadplegingsbestand
Video
Bestandsformaat Quicktime MOV MXF (OP-1a) Mpeg Program Stream
Codec v210 (AJA Video Systems Xena) Motion JPEG2000 (FourCC: mjp2) MPEG-2 video
Compressie Ongecomprimeerd Lossless compressie Lossy gecomprimeerd
TV-standaard PAL PAL PAL
Beeld aspect ratio 4:3 4:3 4:3
Aspect ratio pixel 21.849 3.668 2:1
Beeldgrootte 720 x 576 pixels 720 x 576 pixels 776 x 520 pixels
Beeldsnelheid 25 beelden/seconde 25 beelden/seconde 25 beelden/seconde
Bitdiepte 10 bits 10 bits 8 bits
Kleurruimte YUV YUV YUV
Chroma subsampling 4:2:2 4:2:2 4:2:0
Interlacing Progressive Progressive Progressive
Audio
Codec PCM PCM Mpeg 1 Layer 2 (mp2)
Compressie Ongecomprimeerd Ongecomprimeerd Lossy gecomprimeerd
Aantal kanalen Twee (mono) Twee (mono) Twee (mono)
Bitdiepte 24 bits 16 bits

3. Digitaliseringsprocede

Still uit 'Dagboek van een renpaard' (Jos Ghesquiere). Met de toestemming van de Bibliotheek Kris Lambert.

Op basis van de kwaliteitseisen en het beschikbare budget zocht PACKED vzw een digitaliseringslabo dat het beeld en de klank met hun aparte dragers afzonderlijk kon digitaliseren en vervolgens digitaal samenvoegen. De keuze viel op SuperSens uit Amsterdam, Nederland. Dit labo specialiseert zich voornamelijk in het digitaliseren van niet- of semi-professionele audiovisuele formaten en heeft grote hoeveelheden 8mm en Super 8 gedigitaliseerd voor o.a. Instituut voor Beeld en Geluid (Hilversum), het Ministerie van VWS i.s.m. Regionale Archieven (Nederland) en het Drents Archief (Assen). SuperSens verbond zich ertoe een resultaat af te leveren dat beantwoordt aan de vooropgestelde kwaliteitseisen en tegen een kostprijs binnen het beschikbare budget. Het labo ging daarbij als volgt te werk:

Inspectie en reiniging

Voorafgaand aan de digitalisering werden de films door SuperSens manueel geïnspecteerd, gereinigd en waar nodig gerestaureerd. De inspectie bestond vooral uit de controle van de montagelassen. Indien deze niet orde zijn, kunnen ze breken en de digitalisering onderbreken. Slechte lassen werden hersteld met montagetape. De reiniging bestaat bij SuperSens standaard uit het met behulp van een filmoproller laten lopen van de filmstrook langs een rubberen kleefrol. Deze neemt stof, haartjes en andere vuilpartikels op. Als dit niet volstaat, vraagt het labo de klant de film manueel te mogen reinigen met een doek en filmcleaner. In bepaalde gevallen kan ook gebruik worden gemaakt van een Lipsner Smith Excell 2000 MS reinigingsmachine. De magnetische audiotapes ondergaan geen voorbehandeling, tenzij wanneer ze lijden aan het sticky shed-syndroom.

Digitalisering

Magnetische klankband. Foto: Bibliotheek Kris Lambert.

De digitalisering van beeld- en klankmateriaal gebeurde met de volgende apparatuur:

  • een MWA Flashscan (het 8mm beeldmateriaal);
  • een gemodificeerde MWA Flashscan (de 8mm perfo audiotapes);
  • een AKAI bandrecorder (de 1/4" audiotapes).

Met behulp van Final Cut Pro-software werd het digitale beeld en klank synchroon samengevoegd. Vooraleer de resultaten te exporteren werd ook een lichte algemene kleurcorrectie uitgevoerd. Het (voorlopige) eindresultaat waren in eerste instantie 10-bit ongecomprimeerde AVI-bestanden met een v210-videocodec en PCM als audiocodering.

Transcodering

Bij aanvang van de digitaliseringsopdracht was SuperSens (net als vele andere videolabo’s) nog niet in staat om de digitale moederbestanden meteen in een open gestandaardiseerd formaat met een open videocodec af te leveren. Alhoewel de 10-bit ongecomprimeerde AVI-bestanden met een v210-videocodec en PCM als audiocodering een goede kwaliteit hebben, was het noodzakelijk om ze te transcoderen om niet afhankelijk te zijn van de ondersteuning van propriëtaire v210-videocodec.

Het was enkele maanden onduidelijk hoe en wanneer de transcodering zou kunnen gebeuren bij SuperSens omdat dit afhankelijk was van de aankoop van nieuwe software en de verdere uitbouw van de diensten van het labo. Mogelijk zorgde de latere transcodering naar een open formaat en videocodec voor een kleine meerkost voor de Bibliotheek Kris Lambert. De transcodering naar het vereiste archiveringsbestand, namelijk lossless gecomprimeerde MXF-bestanden met een Motion JPEG2000 codering, was pas enkele maanden later mogelijk en gebeurde bij SuperSens met behulp van een Digital Rapids Transcode Manager 2.0. Het profiel dat hierbij gebruik werd was het SAMMA-archiveringsprofiel Motion JPEG2000 MXF. De transcodering zelf gebeurde tegen een snelheid die ongeveer real time was.

4. Kwaliteitscontrole

Still uit 'Dagboek van een renpaard' (Jos Ghesquiere). Met de toestemming van de Bibliotheek Kris Lambert.

PACKED vzw controleerde de bestanden na oplevering. Deze controle omvatte drie verschillende stappen.

  • Een controle op de aanwezigheid van virussen:
    Deze controle werd uitgevoerd met de gratis ClamXav-viruschecker voor OSX.
  • Een controle of de digitaliseringsopdracht volledig was uitgevoerd:
    Voor de visuele controle van zowel de MXF- en MOV-bestanden als de raadplegingskopieën werd gebruikt gemaakt van de open source VLC-player.
  • Een controle op de conformiteit van de digitale objecten:
    De controle op de conformiteit omvatte een controle van de bestandsformaten, codecs en andere kwaliteitsparameters. Hierbij werd gebruik gemaakt van VideoSpec en MediaInfo, open source software die de in de bestanden opgeslagen metadata onttrekt. Open source software voor bestandsvalidatie (zoals JHOVE) is spijtig genoeg niet geschikt voor dergelijke audiovisuele bestanden.

Omdat er met SuperSens geen afspraak was gemaakt over de creatie en aanlevering van checksums, werden de md5-checksums door PACKED vzw zelf aangemaakt (opgeslagen in md5-, sfv- en csv-bestanden) vooraleer de MXF Motion JPEG2000 bestanden voor opslag te bezorgen aan de Bibliotheek Kris Lambert. Voor de creatie van de checksums werd gebruikt gemaakt van de Checksum+ software voor OSX.

De communicatie met SuperSens verliep tijdens het volledige digitaliseringsproces zeer vlot. Tijdens het volledige proces doken er drie onverwachte problemen op.

  • Bij de kwaliteitscontrole van de MOV-bestanden door PACKED vzw bleek er een probleem met de kwaliteit van het geluid van een aantal bestanden. Op sommige plekken weerklonk er in de achtergrond een vreemdsoortig fantoomgeluid. Mogelijk was dit het resultaat van het hergebruik van slecht gewiste magnetische audiotapes door Jos Ghesquiere. Gezien de aard van het materiaal (amateurfilms), het beoogde gebruik door de bibliotheek en het beschikbare budget werd besloten om geen extra kosten te maken om te trachten dit fantoomgeluid weg te filteren. Het materiaal werd dus in zijn imperfecte staat te behouden. Indien gewenst en nodig kan in de toekomst alsnog worden getracht deze storing weg te filteren. Wel werden met behulp van ProTools enkele kleinere storingen (bv. een kortstondige brom) weggeknipt of weggefilterd.
  • Bij de kwaliteitscontrole door PACKED vzw na de transcodering bleek dat de initieel aangeleverde MXF Motion JPEG2000 bestanden door een foute instelling van de transcoderingssoftware een bitdiepte hadden van 8 bits, terwijl de MOV-bestanden nog een bitdiepte hadden van 10 bits. Dit informatieverlies werd gemeld aan het labo. SuperSens verzekerde onmiddellijk de transcodering te herdoen naar een bitdiepte van 10 bits.
  • Bij de ontvangst van de harde schijf met de eerste reeks MXF-archiveringsbestanden bleek er een probleem met de formattering van de harde schijf van het digitaliseringslabo maar ook dit werd relatief snel en makkelijk opgelost.

5. Bewaring

Het is nu aan de Bibliotheek Kris Lambert zelf om ervoor te zorgen dat de bestanden goed beschreven worden en dat zowel de metadata als de bestanden op een goede manier worden bewaard. Een interessante vaststelling met het oog op langetermijnbewaring is dat de transcodering van het MOV-moederbestand met v210-videocodec en PCM als audiocodering naar een MXF-archiveringsbestand met een Motion JPEG-2000 videocodec en PCM als audiocodering een flinke vermindering van opslagcapaciteit met bijna 69% oplevert (voor de 8 bits bestanden, de info over de 10 bits bestanden volgt binnenkort).

  • Moederbestand (MOV/v210/PCM): 154,11 GB
  • Archiveringsbestand (MXF/Motion JPEG2000/PCM): 71,52 GB
  • Raadplegingsbestand (Mpeg Program Stream/MPEG-2/mp2): 5,09 GB

Bronnen

Aanvullende bronnen

Contactgegevens

  • Bibliotheek Kris Lambert (Oostende), E: bibliotheek@oostende.be, T: ++32 (0)59 29 51 51
  • PACKED vzw - Expertisecentrum Digitaal Erfgoed (Brussel), E: info@packed.be, T: ++32 (0)2 217 14 05
  • SuperSens (Amsterdam), E: info@supersens.nl, T: ++31 (0)20 618 7425