Publicatie:Omeka als platform voor erfgoedpresentatie

Uit Cultureel Erfgoed Standaardentoolbox
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Samenvatting


Referentie
Titel Omeka als platform voor erfgoedpresentatie (Voorkeurstitel)
Locatie [ ]
Uitgever
Jaar van uitgave 2022
Rechten CC-BY-ND
Persistent ID


Wat is Omeka?

Omeka is een gratis, open source content management systeem voor online digitale collecties. In essentie laat het gebruikers toe om erfgoedcollecties te publiceren en presenteren maar via allerlei plugins verruimt Omeka die basistoepassingen. Omeka wordt wereldwijd gebruikt door universiteiten, bibliotheken, archieven en musea. Het focust op het presenteren en gebruiken van collecties, meer dan het beheren en bewaren van collecties. Omeka is minder robuust dan institutionele repositories en daarom aantrekkelijk voor kleinere musea, erfgoedorganisaties en onderwijstoepassingen.

Omeka werd ontwikkeld in 2008 door het Roy Rosenzweig Center for History and New Media (George Mason University), dat later ook de open source tools Zotero en Tropy ontwikkelde. Het kreeg daar onder ander fondsen voor van de Andrew Mellon Foundation. Tegenwoordig wordt het ondersteund en uitgebouwd via de non-profit Corporation for Digital Scholarship.

Omeka komt in drie verschillende vormen: Omeka Classic, Omeka.net en Omeka S. Ze worden uitvoerig beschreven in Github en voorzien in degelijke handleidingen.

Omeka Classic

Omeka Classic is de eerste en de basisversie van Omeka. Het is web publishing software voor het delen van digitale collecties en creëren van mediarijke tentoonstellingen. Omeka Classic maakt gebruik van de Dublin Core standaard. Het is gemaakt voor het ontwerpen van een enkele website rond een specifieke vraag, thema of onderwerp. Sinds de lancering in 2008 zijn er talloze plugins en thema’s ontwikkeld: zoeken, delen, samenwerken, plaatsen op kaarten en tijdlijnen... Daardoor blijft het belangrijke basissoftware voor projectwebsites en onderwijsdoeleinden.

Omeka.net

Omeka.net is ontworpen voor gebruikers die Omeka niet op een eigen server kunnen installeren. Het werkt zoals een WordPress account: afhankelijk van het type abonnement krijg je meer of minder support, themes en plugins ter beschikking. De gratis accounts kunnen zeker een goede oplossing zijn voor tijdelijke projecten en onderwijscontexten. Het is ook een goede manier om de basiseigenschappen van Omeka te leren kennen, voor je overgaat tot installatie. Hoewel je daarvoor ook de testomgeving kunt gebruiken van Omeka S.

Omeka S

Omeka is interessant geworden voor erfgoedinstellingen sinds de lancering van Omeka S in 2017. Omeka S is een web publishing platform dat toelaat om meerdere websites te maken op basis van gedeelde collecties. Daardoor wordt het interessanter voor institutioneel en collaboratief gebruik: je kunt immers een gezamenlijk opgebouwde pool van items, media en hun metadata op een lokaal netwerk gebruiken om in het kader van onderzoek of publiekswerking verschillende tentoonstellingen (websites) te bouwen. Tweede verschilpunt is dat Omeka S niet enkel Dublin Core maar meerdere vocabularies, zoals Wikidata, implementeert en linked open data faciliteert. Sinds de lancering van Omeka S investeren meerdere digitale onderzoekscentra en bedrijven in de Verenigde Staten en Europa in de ontwikkeling van plugins. De open source ontwikkelingen worden bijgehouden op Github. Omeka S is op zich even gebruiksvriendelijk dan Omeka Classic maar die laatste is omwille van de eenvoud iets sneller in de setup. Je kunt de collecties van een Omeka Classic website importeren in Omeka S. Er zijn verschillende online tutorials die je op weg zetten met Omeka S.

Items en collecties

Items en Item Sets

Het fundament van Omeka zijn Items (in het Nederlands: Objecten), ondergebracht in Item Sets (in het Nederlands: Collecties). Een Item in Omeka S bestaat uit metadata (values/waarden) beschreven volgens het gekozen vocabulary; heeft één of meerdere (of geen) mediabestanden gekoppeld (een foto, video, document, boek, tekstomschrijving); kun je rechtstreeks geolokaliseren op een kaart (als puntcoördinaat of polygoon) of ingeven via GIS-coördinaten; kan trefwoorden hebben; linkt intern naar andere items of extern naar andere bronnen; maakt al dan niet deel uit van een of meerdere Item Sets; maakt al dan niet deel uit van een van de Omeka S websites.

Je kunt Items binnen Omeka zelf aanmaken (via backend of door eindgebruikers via een van de frontends), of importeren via CSV of je Zotero-bibliotheek. De mediabestanden importeer je via upload, dropbox, URL, oEmbed, YouTube, of HTML. Voor elk van deze importwijzes kun je plugins installeren. Bijzonder interessant is de combinatie van IIIF en Omeka S. In het vervolg van dit hoofdstuk leggen we uit welke stappen je moet ondernemen om IIIF te integreren in Omeka en welke resultaten dat oplevert.

Omeka en IIIF

Wat is IIIF?

IIIF, de afkorting voor International Image Interoperability Framework, is een nieuwe standaard voor het delen en presenteren van beeldmateriaal. Het is een open-source technologie waarvan een internationale gemeenschap de ontwikkeling ondersteunt. IIIF vertrekt vanuit het ‘publish once, re-use often’ principe. IIIF is compatibel met Omeka.

Om IIIF succesvol te integreren in Omeka moet je drie stappen ondernemen (1) Een image server opstellen, (2) De IIIF-specificaties (de Image API en Presentation API) installeren en (3) Een image viewer implementeren.

Gelukkig bestaan er al kant en klare Omeka modules voor elk van deze stappen. Welke modules je het best installeert hangt af van zowel de versie van Omeka die je gebruikt, als van je persoonlijke voorkeuren en noden.

Stappenplan

(1) Een image server opstellen

Hoewel het gebruik van een image server niet verplicht is, is het een verstandige optie. Maak je immers geen gebruik van zo’n server, dan zullen je beelden statisch verschijnen en verlies je quasi alle IIIF-functionaliteiten (bijvoorbeeld zoom en annotatie). Beslis je om de image server te hosten via Omeka, dan installeer je de Omeka S module ‘Image Server’. In dit geval kun je in Omeka een manifest URL genereren die verwijst naar je IIIF beeld. Als je je beelden intern host via Omeka, zal je waarschijnlijk sneller op het limiet voor storage stuiten, zeker als je gebruik maakt van beeldmateriaal dat in hoge kwaliteit en/of hoeveelheden is gedigitaliseerd. Je kunt ook een IIIF compatibele, externe image server gebruiken, zoals Cantaloupe, IIPImageServer, of Loris. Als je vervolgens de beelden van een externe server in Omeka wil brengen, kun je ze toevoegen als een ‘IIIF Image’ bij media. De link naar het IIIF-beeld voeg je dan toe als een veld in de metadata bij ‘manifest URL’.

(2) IIIF specificaties installeren

Nadat je je image server hebt opgesteld, moet je de IIIF-specificaties installeren in Omeka. Hiermee bedoelen we de twee belangrijkste API’s waarop IIIF is gebouwd: de Image API en Presentation API. Gebruik je Omeka S, dan moet je de module IIIF Server installeren. IIIF Server, ontwikkeld door Daniel Berthereau, zorgt ervoor dat je de beelden kunt delen via Omeka. Die module is overigens compatibel met elke IIIF image server en image viewer. Gebruik je Omeka Classic, dan heb je keuze tussen twee modules: IIIF Toolkit en Universal Viewer. IIIF Toolkit installeert de IIIF specificaties en ook meteen de Mirador image viewer. IIIF Toolkit laat toe om beelden te annoteren en zelf manifesten te genereren. Bovendien kan IIIF Toolkit geïntegreerd worden met andere IIIF plugins voor Omeka Classic zoals Neatline, Exhibit Builder en Simple Pages. Zo kun je de klassieke digitale expositiemogelijkheden van Omeka Classic gaan verrijken met de functionaliteiten van IIIF. De module Universal Viewer installeert zowel de IIIF specificaties binnen Omeka en tegelijk de Universal Viewer. Bovendien installeert de module Universal Viewer al automatisch de image server IIPImageServer.

(3) Een image viewer kiezen

Om je beelden te presenteren op websites heb je een IIIF-viewer nodig en moet je kiezen welke het meest gepast is voor je project. In het Omeka S-standaardpakket zit al de image viewer OpenSeaDragon. Bovendien ontwikkelde Berthereau modules zoals Universal Viewer, Mirador en Diva. Ook bij Omeka Classic kun je snel en gemakkelijk een IIIF viewer installeren. De reeds besproken Classic modules IIIF Toolkit en Universal Viewer installeren automatisch een viewer, respectievelijk Mirador en Universal Viewer. Er zijn kleine verschillen tussen deze viewers.

Een eerste verschil gaat om het vertonen van metadata. Universal Viewer toont aan beide kanten van de viewer de metadata via een schuifsysteem, en deze kun je ook verbergen indien gewenst. Bij zowel Diva als Mirador moet je klikken op een aparte knop om de metadata te zien. Mirador zal de metadata laten verschijnen aan de rechterkant van je beeld met een uitschuifsysteem. Diva zal in de plaats daarvan een extra venster openen bovenop je afbeelding.

Ook bij de functionaliteiten van de IIIF-viewers zijn er subtiele verschillen. Met Mirador kun je meerdere afbeeldingen naast elkaar plaatsen in hetzelfde venster, waardoor je beeldmateriaal kunt gaan vergelijken. Zo’n multimedia venster is niet mogelijk met de andere IIIF-viewers. Kies je voor Universal Viewer in Omeka S, dan kun je de module Extract OCR installeren. Met deze module kan je zoeken binnen de tekst van je IIIF beeld via de OCR (Optical Character Recognition) functionaliteit. Zowel OpenSeaDragon als Diva zijn dus iets minder geavanceerd op dat vlak. Een laatste verschil tussen de viewers gaat over de laadtijd. In vergelijking met Universal Viewer en Mirador, is Diva een snelle en lichte image viewer. Diva wordt voornamelijk gebruikt voor de digitalisatie van boeken en/of bronnen bestaande uit meerdere pagina’s. Het grootste voordeel aan Diva is dus dat je grotere beeldbronnen sneller kunt laden.

Heb je nog andere specificaties nodig voor de presentatie van je beelden, dan kun je nog altijd aanpassingen maken op de open-source image viewers. Hiervoor moet je wel een programmeur ter beschikking hebben.

Digitale tentoonstellingen

Virtuele exposities maken die je collectie laten spreken is hét ultieme doel van Omeka. Dat is op zich gebruiksvriendelijk om te doen maar de aangeboden Expo-module (voor Classic) en content blokken (voor Omeka S) zijn anno 2021 wel wat basic. Wie tijd, grafische visie en een programmeur heeft, overwint dat obstakel moeiteloos. Maar het vergt wat creativiteit om te roeien met de riemen die je hebt. In dit hoofdstuk leggen we uit hoe je een interessante en mooie digitale expositie kunt creëren.

Randvoorwaarden

Het gebruik van Omeka S, Omeka Classic of Omeka.net heeft een bepalende invloed op de soort digitale expo die je kunt maken. Je ambities met betrekking tot digitale expo’s zullen dus ook je keuze voor een van die drie beïnvloeden. Classic en Omeka.net blijven dicht bij het initiële opzet van Omeka om collecties en geschiedenis te tonen en zijn daarom gebruiksvriendelijker. Ze bieden voorlopig nog meer basisthema’s en modules, waardoor je jouw digitale expo gemakkelijker kunt aanpassen naar je wensen zonder zelf te programmeren. Omeka S laat toe om meerdere websites te creëren vanuit één platform, een beetje naar analogie met opeenvolgende ‘echte’ tentoonstellingen van een museum die elk een andere insteek en vormgeving hebben. Omeka S kan ook meerdere collecties samenbrengen en Linked Open Data (LOD) incorporeren. We focussen verder op de mogelijkheden van Omeka S. Uitgangspunten Voordat je aan de opbouw van je digitale expo begint, moet je enkele keuzes maken. Vertrek je uit de aanwezige items in de Omeka-collectie en vertel je daar een verhaal over? Of wil je Omeka gebruiken om een verhaal te vertellen en moet je daarvoor nog items importeren? Wil je meerdere expo’s maken? Wat is de rol van tekst en beeld in je expo en hoe vertaalt zich dat in een (narratieve) strategie. Daarnaast moet je je afvragen of één webpagina zal volstaan of dat je je expo wil spreiden over meerdere pagina’s en hoe de gebruiker daarin navigeert. Ook denk je na over de vormgeving en kies je een thema (de stijl van je website) die je expositie het best zal ondersteunen. Een aantrekkelijke en duidelijke vormgeving verhoogt de leesbaarheid en presentatie, en is dus erg belangrijk om je publiek bij het verhaal te houden.

De opbouw van een expo

In Omeka S creëer je voor je expo een aparte website of een aparte webpagina, naargelang de grootte en insteek van het project. Je kunt de inhoud van de webpagina’s opbouwen via de voorgeprogrammeerde contentblokken. Als je digitale expositie vooral tekstgericht is dan zal het standaardpakket van Omeka mogelijks volstaan. Via het content blok HTML kun je tekst toevoegen in combinatie met visueel materiaal van de collectiestukken. Als je digitale expositie de nadruk legt op afbeeldingen (die je in collage wil aanbieden, waar je op wil inzoomen of die je wil annoteren bijvoorbeeld), zal je modules moeten installeren. In tegenstelling tot de Expo-module van Omeka Classic, biedt Omeka S (nog) niet zoveel visuele contentblokken. Via het standaardpakket kun je bijvoorbeeld niet inzoomen op beeldmateriaal. Ook het schikken van de afbeeldingen en tekst verloopt soms moeizaam: het is moeilijk een afbeelding op de exact gewenste plek te krijgen. Volstaan de aangeboden content blokken niet voor de opbouw van jouw expositie, dan kun je de functionaliteiten van Omeka uitbreiden via modules.

Een voordeel is dan weer dat Omeka ook in de expo’s metadata respecteert. Die metadata zijn verbonden aan de items die je gebruikt. Je kunt kiezen in welke mate je de metadata integreert in je expo, bijvoorbeeld als baseline of alt tekst of nog meer prominent.

Modules voor digitale expo’s

RRCHNW lanceerde Omeka Semantic relatief recent (°2017). De bedoeling is om alle Classicmodules (ca. 500) ook voor Semantic ter beschikking te stellen, maar doordat dit transitieproces tijd vraagt zijn de modulaire mogelijkheden voorlopig nog iets beperkter. Niettemin zijn de belangrijkste en meest populaire modules reeds ontwikkeld. Een overzicht van de heden beschikbare Omeka S-modules vind je op de Omeka S-website en op GitHub. Vooral de IIIF-integratie in Omeka kan voordelen opleveren en de presentatie van beeldmateriaal verbeteren. Je installeert hiervoor de gewenste IIIF modules (zoals IIIF Toolkit, Universal Viewer, Mirador etc.). Hierdoor kun je inzoomen op afbeeldingen in een hoge kwaliteit. Zie hiervoor het hoofdstuk over Omeka en IIIF. Neatline Als je gebruik wil maken van kaarten of tijdlijnen in je Omeka expositie, kun je de plugin Neatline installeren. Met Neatline kun je complex beeldmateriaal, documenten en kaarten annoteren. Je kunt via deze plugin ook een tijdlijn toevoegen aan je exposities en deze linken aan je narratief en/of kaarten. Voor Omeka Classic is Neatline al beschikbaar, maar de module voor Omeka S is nog in ontwikkeling. Omeka heeft helaas weinig storytelling tools ter beschikking die voor een meer interactieve ervaring zorgen. Je kunt uiteraard externe multimedia inbedden in Omeka via de content blok ‘inline frame’. Hierdoor kun je gebruikmaken van externe storytelling tools, op voorwaarde dat die tools toelaten embed te worden. Voorbeelden van storytelling tools die je kunt embedden én die werken met IIIF zijn Storiiies en Exhibit. Deze tools creëren bewegende beeldverhalen die de gebruikers door een of meerdere beelden loodsen. Je moet enkel de IIIF Manifest URL kopiëren en plakken in die storytelling tools. Je verliest via embedded content mogelijks het responsive design van je Omeka-pagina: embedded multimedia zal zich niet (goed) aanpassen aan verschillende schermgroottes, zoals gsm’s of tablets.

Web Design

Bij de presentatie van collecties en verhalen is de vormgeving van je Omeka site heel belangrijk. Niet alleen verhoogt een doordachte vormgeving de gebruikerservaring van je site, het kan ook helpen om de aandacht van de bezoeker vast te houden. Hoe maak je een Omeka-website mooi en gebruiksvriendelijk?

Uitgangspunten

Omeka biedt zowel simpele als complexe manieren om de vormgeving van websites aan te passen. Je moet rekening houden met de grootte en het doel van het project. Hoe meer aanpassingen en specifieke, complexe vormgeving gewenst is, hoe meer middelen en tijd je nodig hebt. Kleinere initiatieven, zoals studentenprojecten, vereisen niet altijd een zeer specifieke vormgeving en zullen met het standaardpakket van Omeka voldoende bediend zijn. Erfgoeddatabanken en andere grotere projecten kunnen en moeten meer middelen en tijd spenderen aan vormgeving. Weet dat je snel veel tijd investeert in chique vormgeving maar dat het design van websites snel gedateerd kan aanvoelen. Bovendien kunnen de functies van je website uitbreiden of wijzigen en daar moet ook je vormgeving op anticiperen. Weeg dus goed af hoe belangrijk de vormgeving is, hoeveel tijd je er in kunt steken, en hoe specifiek die moet zijn.

Thema’s

Of je nu werkt met Omeka Classic, Omeka S of Omeka.net, de vorm van je website begint bij de keuze van een ‘thema’. Het thema bepaalt de stijl van de website: de ‘grid’ of visuele structuur van de pagina’s, de positie van de navigatie, het kleurenpalet en lettertype. Het team achter Omeka ontwikkelde een twaalftal thema’s waarmee je direct aan de slag kunt in Omeka Classic en Omeka.net. Deze thema’s gaan van minimalistische tot meer beeld-georiënteerde thema’s ontwikkeld in samenwerking met The Getty Foundation. Verschillende van deze thema’s gaan al bijna tien jaar mee en hoewel hun code wordt geüpdatet, begin je dat er aan te zien. Bovendien zijn nog niet al deze thema’s al te implementeren in het recentere Omeka S. In Omeka S zijn op dit moment slechts zeven thema’s beschikbaar. De beperkingen van de thema’s zijn een belangrijk nadeel van Omeka. Daar staat tegenover dat Omeka alle gereedschap en een uitgebreide community aanbiedt om er zelf mee aan de slag te gaan. Investeren in webdesign, als de som van CSS-programmeertaal, nadenken over gebruiksgemak (useability) en passend grafisch design vraagt tijd maar loont de moeite!

CSS Editor

Eens het thema is gekozen kun je aanpassingen maken via de admin-CMS. Hier voeg je logo’s, taglines, headers en footers toe en bouw je de homepage op met featured items. Sommige thema’s laten ook toe (het) kleuren(palet), en de navigatie te personaliseren. Wil je meer aanpassingen doen, bijvoorbeeld om de huisstijl van je organisatie of vereniging te benaderen, dan doe je dat via CSS (Cascading Style Sheets), de vormcode van je website zeg maar. Om CSS aan te passen binnen Omeka, kun je de module CSS Editor, ontwikkeld door het Omeka Team, gratis downloaden via Github. Met ‘CSSEditor’ ontwikkel je een algemeen design voor alle sites van je Omeka S-installatie, of een design dat specifiek is aan één site. De CSSEditor is relatief makkelijk in gebruik, maar vraagt wel enige kennis over de werking van CSS en HTML.

Je eigen thema ontwikkelen

Je kunt uiteraard ook buiten de Omeka-omgeving een eigen thema ontwikkelen en vervolgens importeren. Dat kan nodig zijn als je Omeka-site de huisstijl van je organisatie of vereniging moet overnemen, of moet passen in een projectstijl. Bij die methode ga je buiten de Omeka admin interface te werk. Enige kennis van HTML, PHP en CSS zal essentieel zijn. Een eigen thema voor Omeka kun je ontwikkelen via SCSS (Sassy CSS) editing. Je kun hiervoor de open source Javascript-node tool Gulp.js gebruiken, een bouwsysteem voor front-end webontwikkeling. Een voorbeeld van een Omeka S site waarop de huisstijl van de Universiteit Gent werd toegepast is Crime Scenes: interbelluminterieurs in België door de lens van de forensische fotografie. Webdesigners en -ontwikkelaars delen de code van hun ontwikkelde Omeka thema’s via Github maar het blijft een lastige zoektocht.

Vorm en inhoud

Pagina’s

Nadat je je thema hebt gekozen, kun je de inhoud van de pagina’s vormgeven. Dat doe je eenvoudig via content blokken. Die bepalen de inhoud van de pagina’s en kunnen ook instellingen van het thema overschrijven. In het standaardaanbod van Omeka zitten de belangrijkste voorgeprogrammeerde content blokken, zoals HTML voor tekst, item (beeld), item set, inline frame, line break, etc. Omeka geeft per content blok mogelijkheden om aanpassingen te maken. In de HTML content blokken kun je direct de HTML broncode bewerken, maar dit vergt opnieuw een minimale kennis van zowel HTML als CSS. Via het content blok ‘inline frame’ kun je externe multimedia inbedden in je Omeka site.

Expo-module

Omeka gaat ervan uit dat je beelden/items presenteert via de voorziene ‘Collectie’-pagina’s, een ‘beeldbank’, of via de Expo-module. Die Expo-module lijkt eerder te vertrekken vanuit tekst dan vanuit beeld. Wil je op meer inventieve wijze tekst en beeld integreren, of de opties van IIIF exploiteren, dan vraagt dit meer creativiteit dan de standaard content blokken kunnen bieden. Wanneer je op limieten stuit bij het opbouwen van de webpagina’s via de aangeboden content blokken, kun je de extensies/modules van Omeka raadplegen. Veelal hebben webontwikkelaars andere content blokken geprogrammeerd en de code gedeeld via GitHub, die je op jouw beurt kunt toevoegen aan Omeka als een module. Als deze zoekopdracht geen soelaas biedt, kan een IT’er de gewenste contentblokken programmeren.

Responsive web design

Je wilt uiteraard dat je website er aantrekkelijk uit ziet op alle mogelijk schermen (laptop, smartphone, tablet etc). Daarvoor zorgt ‘responsive web design’ of reagerend webdesign. De standaardthema’s van Omeka zijn intussen allemaal responsief. Ze zijn opgebouwd uit een grid die bestaat uit rijen en kolommen die zichzelf reorganiseren naargelang het type scherm waarmee de website wordt geraadpleegd. Wie een eigen thema of contentblokken creëert, moet er rekening mee houden dat eveneens responsive te doen.

Omeka en Onderwijs

Omeka wordt wereldwijd gebruikt voor educatieve projecten. Lesgevers zetten Omeka in als een didactisch hulpmiddel om zowel klassieke als digitale leerdoelstellingen te behalen. Via Omeka kun je op een relatief gemakkelijke wijze leerlingen en studenten zelfstandig of collectief laten werken in een gedeeld digitaal platform, dat je als leerkracht kan overzien. Studenten kunnen digitale collecties aanleggen en virtuele exposities creëren. Hoe kan Omeka je onderwijspraktijk ondersteunen en waar moet je als lesgever op letten? Digital Humanities

Omeka wordt voornamelijk gebruikt bij onderwijspraktijken die vallen binnen de humanities, zoals geschiedenis, kunstwetenschap, literatuurwetenschap en archeologie. Het transdisciplinaire gebied van de Digital Humanities streeft naar een verzoening van klassieke onderzoeksmethodes en digitale hulpmiddelen. Studenten die een digitale collectie aanleggen en een virtuele expositie bouwen leren waardevolle vaardigheden die zich bevinden op het snijvlak van datadigitalisering, informatie- en collectiebeheer, onderzoeksmethodologieën, wetenschapscommunicatie en publieksgerichte curatie.

Sterktes

Omeka S combineert verschillende types digitale tools en biedt deze samen aan in één geïntegreerd systeem. Zo is Omeka tegelijk een digitaal archief, een contentmanagementsysteem (CMS) én web-publicatieplatform. Omeka S is open-source - en dus gratis. Omeka maakt het mogelijk om een grote hoeveelheid ‘objecten’ met metadata of bestanden in een keer te importeren. Je bent dus niet verplicht om elk ‘object’ apart handmatig in te voeren en in Omeka te metadateren. Dit kan heel veel tijd besparen. Een uitbreiding en personalisatie van de Omeka S-omgeving naargelang specifieke wensen en (didactische) doelen is mogelijk door extra modules te installeren. Omeka S maakt het mogelijk om externe digitale inhoud rechtstreeks in de Omeka-omgeving te incorporeren (‘embedden’).

Zwaktes

Omeka S biedt vier generieke basisthema’s aan waaruit gebruikers kunnen kiezen om de lay-out en vormgeving te veranderen (Default, Cozy, Center Row, The Daily). Ambitieuzere projecten ontwikkelen vaak een eigen custom-made thema met een aantrekkelijker vormgeving en extra visuele mogelijkheden. Zie hiervoor het hoofdstuk over Web Design.

Kansen

De didactische keuzes die je maakt zullen de kansen met Omeka beïnvloeden. Via Omeka kunnen leerlingen/studenten een digitale collectie aanleggen. Je kunt studenten een bepaalde probleemstelling of casus aanreiken waarvoor ze relevant (digitaal) beeldmateriaal moeten zoeken. Zo kunnen studenten op collaboratieve wijze een collectie aanleggen in Omeka, met beelden die ze zelf samenbrengen. Je kunt ook vertrekken vanuit een bestaande collectie en de studenten bepaalde taken geven rond die collectie. Nadat de beelden geselecteerd zijn door jou of door de studenten, kunnen studenten ze toevoegen aan Omeka en ze verrijken met metadata. Door dit proces laat je studenten kennismaken met metadatastandaarden en enkele digitale basisconcepten zoals digital libraries en repositories. Bovendien creëer je zo een digitale gemetadateerde collectie die je kunt gebruiken om één of meerdere virtuele exposities te creëren.

Nadat een digitale collectie is aangelegd, kun je studenten een virtuele expositie laten opbouwen. Hiervoor ga je aan de slag met de webpublicatie functionaliteiten van Omeka. Je kunt webpagina’s opbouwen via voorgeprogrammeerde content blokken: een courante laagdrempelige manier voor de creatie van websites. Hier heb je de mogelijkheid om een meer klassieke (onderzoeks)opdracht te geven. Je kunt studenten bijvoorbeeld een analyse laten maken over een collectiestuk, of ze een publieksgericht narratief laten schrijven over meerdere stukken. Via Omeka kunnen ze dan een webpagina opbouwen met zowel hun teksten als beeldmateriaal. Ook pmo!ikuj,hn je leerlingen laten nadenken over hoe ze hun narratief op een visueel aantrekkelijke en interactieve manier presenteren aan het publiek. Naargelang je invulling van de opdracht, laat je dus studenten kennismaken met digitale wetenschapscommunicatie, onderzoeksrapportering, digital storytelling en visuele presentatiestrategieën.

Valkuilen

Er zijn enkele valkuilen die kunnen optreden bij het gebruik van Omeka. Zo kan er een gebrek aan interesse en motivatie zijn bij studenten om zich te bekwamen in digitale wetenschappelijke methodes, zogenaamde ‘digifobie.’ Wanneer studenten het gebruik van digitale tools percipiëren als een verplicht nummertje zonder echte functie of meerwaarde neemt hun motivatie sterk af. Gelukkig kun je die valkuil voorkomen.

Doorheen de lessen moet je de keuze om Omeka te gebruiken verantwoorden en de studenten enthousiasmeren. Leg de unieke mogelijkheden van Omeka uit en benadruk de tijd die kan worden bespaard. Maak bij aanvang van het project de studenten vertrouwd met de terminologie en de basisfuncties van Omeka a.d.h.v. bv. een korte demonstratie. Laat de studenten ook direct zelf aan de slag gaan met Omeka tijdens de les. Op het Omeka-platform kun je geslaagde voorbeelden van gemetadateerde objecten en webpagina’s presenteren, die de studenten kunnen gebruiken als een houvast. Daarna kun je studenten zelfstandig laten werken. Het samenbrengen en benutten van een digitale collectie en het concipiëren en uitwerken van een virtuele tentoonstelling is een gestaag leerproces. Stuur je leerlingen dus bij waar nodig en help hen bij het denkproces. Je kunt studenten ook aanmoedigen om hulp te zoeken bij elkaar en samen problemen op te lossen.

De evaluatiecriteria van een digitaal project verschillen vanzelfsprekend van die van een traditionele onderzoekspaper of opdracht. Leg vooraf heldere evaluatiecriteria vast en communiceer die op voorhand aan je studenten. Informeer je ook tijdig over legale beperkingen die kunnen optreden, zoals de intellectuele eigendomsrechten van beelden. Om op veilig te spelen kun je de Omeka expo natuurlijk ook gewoon ongepubliceerd laten zodat enkel jij en jouw studenten er toegang toe hebben.

Verdere ondersteuning voor Omeka

Zowel voor Omeka Classic als voor Omeka S zijn uitgebreide handleidingen en developer guides geschreven. Omeka heeft een sterke groep van ontwikkelaars, gestimuleerd via forums en GitHub, waar documentatie en gepubliceerde code op terug te vinden is. Omeka vraagt ontwikkelaars om thema’s en modules te registreren, die vervolgens gepubliceerd worden op omeka.org. Deze initiatieven helpen om een overzicht te bewaren in de anders verspreide code op Github. Behalve de Corporation for Digital Scholarship zijn er nog verschillende andere digitale centra en bedrijven die investeren in Omeka, zoals Greenhouse Studios, Luxembourg Centre for Contemporary and Digital History (C²DH) en in Vlaanderen het Ghent Centre for Digital Humanities.


Lise Foket, Fien Danniau, Vincent Ducatteeuw en Davy Verbeke (Ghent Centre for Digital Humanities).

Dit artikel kwam tot stand in het kader van het cultureel erfgoedproject Gent Gemapt, een presentatie- en participatieplatform dat gebruik maakt van Omeka S en de mogelijkheden voor de erfgoedsector exploreert. Hoofdstuk 3 en 4 verschenen eerder in de scriptie van Lise Foket ‘Creating a Digital Exhibition with Omeka and IIIF’ in het kader van haar stage bij het GhentCDH.