Mechanische muziekinstrumenten

Uit Cultureel Erfgoed Standaardentoolbox
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Context

Project

Tussen 2017-2019 maakte het Departement Cultuur, Jeugd en Media in samenwerking met het Museum Vleeshuis (stad Antwerpen), het Muziekinstrumentenmuseum (Brussel) en het Museum Speelklok (Utrecht) een invulboek met beschrijvingsregels voor de basisregistratie van mechanische muziekinstrumenten, hun informatiedragers, losse onderdelen en archivalia. Dit invulboek is generiek en kan per instelling aangepast worden afhankelijk van de samenstelling van de collectie en specifieke accenten.

Uit onderzoek bleek dat er nog geen volledige (inter)nationale standaarden bestaan voor de registratie van mechanische muziekinstrumenten.

Projectgroep

De projectgroep voor het invulboek mechanische muziekinstrumenten bestaat uit volgende leden:

  • Jolien Paeshuys (stad Antwerpen, collectiebeheerder Ghysels)
  • Wim Verhulst (conservator Muziekinstrumentenmuseum, Brussel)
  • Marieke Lefeber (conservator Museum Speelklok, Utrecht)
  • Alberic Godderis (hoofd restauratie Museum Speelklok, Utrecht)
  • Mariet Calsius (coördinator Cemper)
  • Benoit Vanhees (erfgoedconsulent Departement Cultuur, Jeugd en Media)
  • Marthe Lemmens (collectiebeheerder Collectie Vlaamse Gemeenschap)

Gebruik

Het invulboek voor de registratie van mechanische muziekinstrumenten bevat specifieke richtlijnen voor de registratie van mechanische muziekinstrumenten en hun onderdelen die aanvullend zijn op de algemene invulinstructies in het Invulboek objecten van CEST. Met dit invulboek voor de registratie van mechanische muziekinstrumenten hoopt de klankbordgroep dat collectiebeheerders van mechanische muziekinstrumenten, met een gelijkaardige collectie, op een uniforme manier kunnen registreren.

Basisregistratie mechanische muziekinstrumenten

Algemeen

Een mechanisch muziekinstrument bestaat uit verschillende vaste en losse onderdelen. Deze onderdelen bestaan vaak uit diverse materialen, hebben een andere vervaardiger en/of worden op een andere locatie bewaard omwille van hun formaat of klimatologische vereisten. Het mechanische gedeelte van een orgel kan bijvoorbeeld gemaakt zijn door een orgelfabrikant, het orgelfront door een frontbouwer en de bijhorende orgelboeken door nog een andere vervaardiger. Vandaar dat een opsplitsing van al die onderdelen in de registratie nuttig kan zijn.

Om aan te geven dat aparte onderdelen behoren tot eenzelfde instrument, wordt er met een koepelrecord en onderdelen gewerkt. De definitie van een koepelrecord is:

Een groep objecten, die samen één geheel vormen, kunnen als één object worden beschouwd en krijgen dus één objectnummer. Het is daarbij noodzakelijk dat alle afzonderlijke onderdelen van het objectnummer ook worden geregistreerd. En dat deze afzonderlijke onderdelen ook eigen records krijgen in de databank. Daarom maak je een koepelrecord aan voor het object als geheel.
  • Een koepelrecord = het geheel van een aantal onderdelen. Dit geheel krijgt één overkoepelend record. Bijvoorbeeld: BK007989
  • Een reeksnummer = objectnummer voor elk onderdeel samengesteld uit het koepelrecordnummer gevolgd door -volgnummer. Bijvoorbeeld: (BK001000-001) 

Bouw van een mechanisch muziekinstrument

Mechanische muziekinstrumenten hebben een unieke bouw.
Er zijn vijf elementen die zowat bij alle instrumenten terugkomen.
Deze worden hieronder opgesomd met de respectievelijke omschrijvingen. In de registratie kan je voor elk van deze vijf elementen een apart inventarisnummer (reeksnummer) en record aanmaken zodat alle gegevens die bij dat onderdeel horen apart geregistreerd kunnen worden.
Deze vijf onderdelen komen regelmatig terug in het Invulboek mechanische muziekinstrumenten.

Terminologie Omschrijving
Mechanische, elektrische of elektronische gedeelte
  • Dit is de muzikale ‘motor’ van het instrument.
Het front
  • Dit is de behuizing van het instrument: het orgelfront of het meubel.
  • Is niet altijd aanwezig
De informatiedragers
  • Een informatiedrager omvat beschrijvingen voor de fysieke samenstellingen en voorwerpen waarmee specifieke informatie kan worden opgenomen of overgebracht (AAT 300230425).
  • Voor mechanische muziekinstrumenten zijn de informatiedragers de muziekprogramma’s, de draaiorgelboeken, de orgelrollen, … die de informatie bevatten om het instrument te kunnen laten spelen.
Losse onderdelen
  • voorbeelden zijn: draaiwiel, op maat gemaakte transportkist, oude vervangen elektrisch onderdeel,…
Archivalia
  • voorbeelden zijn: affiches, ansichtkaarten, foto’s, geluidsopnames, …

Basisregistratie

Volgende velden dienen als basisregistratie ingevuld te worden:

Invulboek Objecten Invulboek Mechanische muziekinstrumenten
element veld definitie voorbeelden invulinstructie
Bewaarinstelling Naam bewaarinstelling Het veld 'naam bewaarinstelling' documenteert de officiële naam van de organisatie die het object (of de groep objecten) bewaart, beheert en er verantwoordelijk voor is.
  • Museum aan de Stroom
  • De Vlaamse Gemeenschap
  • Museum Speelklok
  • De instellingsnaam is dus niet (altijd) de eigenaar van het object.
  • Noteer de instellingsnaam voluit, niet ‘MAS’ of ‘S.M.A.K.’.
    Uitzondering: wereldwijd ingeburgerde afkortingen: DAF-museum, IBM-museum, ...
Objectnummer Waarde objectnummer Het veld 'waarde objectnummer' documenteert het unieke nummer dat het object (of de groep objecten) identificeert en op het object is aangebracht of eraan bevestigd is.
  • BK008002 (koepelrecord)
  • BK008002-001 (reeksnummer)
onderdeel richtlijnen
mechanisch gedeelte geen opmerkingen
front
  • interne keuze om de façade afzonderlijk te registreren of niet.
  • indien gebouwd door andere vervaardiger of in andere periode;
  • indien elders bewaard;
  • zowel bij gemakkelijk demonteerbare als niet of niet gemakkelijk demonteerbare behuizing. Dit laat toe om een apart record te maken voor de registratie.
  • Indien de afzonderlijke panelen van een front gedemonteerd bewaard worden, reeksnummers toekennen.
informatiedragers geen opmerkingen
losse onderdelen
  • orgelbeelden indien deze bij één specifiek instrument horen.
  • indien het orgelbeeld op verschillende instrumenten past, krijgt het een apart inventarisnummer (geen reeksnummer).
  • een origineel onderdeel dat gedemonteerd en vervangen werd door een nieuw onderdeel wordt behouden voor de erfgoed -en documentaire waarde.
archivalia geen opmerkingen
Objectcategorie Term objectcategorie Het veld 'term objectcategorie' documenteert de algemene of verzamelterm voor objecten, die aangeeft tot welke soort het geregistreerde object behoort.
  • muziekinstrumenten
  • draaiorgels
  • snaarinstrumenten
Elke organisatie legt zelf een lijst aan met mogelijke objectcategorieën. Het toekennen van een objectcategorie en een objectnaam kan verschillen afhankelijk van de samenstelling van de collectie en specifieke accenten.
Bij heterogene collecties, zoals de Collectie Vlaamse Gemeenschap, die naast mechanische muziekinstrumenten ook schilderijen, beeldhouwwerken, e.a. bevat, zal ‘muziekinstrumenten’ als objectcategorie volstaan.
Voor het koepelrecord en alle onderdelen gebruik je de objectcategorie ‘muziekinstrumenten’.
Bij homogene collectie zoals die van Museum Speelklok zullen specifiekere objectcategorieën nodig zijn.
  • heterogene collectie: ‘muziekinstrumenten’
  • homogene collectie (Bv. enkel muziekinstrumenten) kan men al specifieker zijn: ‘draaiorgels’, ‘dansorgels’, ‘snaarinstrumenten’, ‘toetseninstrumenten’, ….
Objectnaam Term objectnaam Het veld 'term objectnaam' documenteert de meest specifieke benaming van het object.
  • kermisorgel
  • orgelrol
  • De klankbordgroep stelde een lijst objectnamen samen op basis van een classificatie op 5 niveaus.
  • Er worden dus meerdere objectnamen toegekend aan elk instrument. Het veld objectnaam is herhaalbaar.  
  • Plaats elke nieuwe objectnaam in een nieuwe occurrence.
  • In het veld ‘alternatieve objectnamen’ kan je aangeven hoe een erfgoedobject bij het grote publiek gekend is, …
  • De objectnaam mag herhaald worden in het invulveld ‘titel’. De titel kan bijvoorbeeld een combinatie zijn van een aantal objectnamen: ‘cilinderdraaiorgel De Haagsman’.  
onderdeel richtlijnen
mechanisch gedeelte

niveau 1: Hornbostel-Sachs

Omdat mechanische muziekinstrumenten vaak samengestelde instrumenten zijn stelt de klankbordgroep voor om aan de classificatie van Hornbostel-Sachs een extra categorie toe te voegen, namelijk categorie 6 ‘samengestelde instrumenten’.


Hornbostel-Sachs (1914):

  1. Idiofonen
  2. Membranofonen
  3. Chordofonen
  4. Aerofonen
  5. Elektrofonen  
  6. Samengestelde instrumenten (voorstel nieuwe categorie)


Vervolgens beschrijf je waaruit de samenstelling bestaat, bijvoorbeeld chordo en aero, en classificeer je verder op niveau 2, 3, 4 en 5. De 6de categorie is dus altijd een combinatie van één of meerdere van de eerste vier klassen van Hornbostel.


niveau 2:de klankopwekker

Er zijn tien mogelijkheden voor objectnaam klankopwekker
  1. pijpen
  2. doorslaande tongen
  3. strijken
  4. tokkelen
  5. aanslaan
  6. klokken
  7. bellen
  8. speelkam
  9. metallofonen
  10. xylofonen


niveau 3: de informatiedrager

Er zijn zes mogelijkheden voor objectnaam informatiedrager
  1. draaiorgelboek
  2. orgelrol
  3. orgelcilinder
  4. orgelplaat
  5. orgelplank
  6. MIDI


niveau 4: de soortnaam

  • Niet-limitatieve termenlijst.
  • Bijvoorbeeld: straatorgel, kermisorgel, orgelklok, orchestrion, …
  • De klankbordgroep verkiest de term ‘soortnaam’ i.p.v. ‘functie’. De functie van een instrument hangt vaak samen met het type instrument (een dansorgel is altijd groot met een impressionante façade voor een groter publiek, kermisorgel moet luid kunnen spelen, …).


niveau 5: de merknaam/naam/benaming

  • Vervaardigersnamen werden doorheen de tijd soortnamen en worden vandaag gebruikt om een bepaalde instrument te benoemen. De vervaardiger ‘Pianola’ kan als soortnaam gebruikt worden (zoals ‘een bic’ voor een balpen, ‘een pamper’ voor een luier, …). Deze merknamen zijn bijgevolg belangrijke objectnamen geworden.
  • Bijvoorbeeld: de Pianola, de Arabier, …
front
Er zijn twee mogelijkheden voor objectnaam front:
  • orgelfront: indien het voor het mechanisch gedeelte zit
  • meubel: indien het helemaal rond het mechanisch gedeelte zit
informatiedragers zie objectniveau 3
losse onderdelen
Er zijn verschillende mogelijkheden, hieronder een lijstje met de meest voorkomende:
  • orgelbeeld
  • zwengel
  • orgeldruif
  • aandrijfwiel
archivalia
Er zijn verschillende mogelijkheden, hieronder een lijstje met de meest voorkomende:
  • foto
  • affiche
  • brochure
Titel
Titel Het veld 'titel' documenteert de naam van het object, toegekend door zijn vervaardiger of verzamelaar, of later toegekende titels.
  • Mortier orchestrion
  • Eich pianola
  • Decap dansorgel ‘Frangema’
  • Eénzelfde object kan meerdere titelsoorten bevatten, bv. één van elk van de 3 soorten.
  • In het veld ‘soort’ noteer je over welk soort titel het gaat.
  • Sommige orgels hebben een ‘naam’, andere niet (bijvoorbeeld ‘Frangema’). Dit is de ‘originele titel’.
  • De toegekende titel wordt samengesteld uit een vaste formule van de volgende termen: ‘familienaam vervaardiger’ + ‘soortnaam’ + optioneel ‘naam instrument’. Bijvoorbeeld: ‘Mortier orchestrion’, ‘Eich pianola’, ‘Decap dansorgel ‘Frangema’’, …  
  • Het is belangrijk om consequent te registreren. Bijvoorbeeld ‘nummer’ altijd op zelfde manier afkorten, …
  • Een deel van de titel mag al vermeld zijn in de objectnamen.
  • Indien meerdere objecten dezelfde naam hebben (bv. Philips Z-bureaulamp), voeg extra informatie toe om ze van elkaar te onderscheiden, zoals jaartal, plaats van afkomst, kleur, enz.
onderdeel richtlijnen
mechanisch gedeelte
  • type instrument en eventueel toegekende naam
  • bijvoorbeeld: '92-toets dansorgel Continental Superstar'
front
  • front/klankkast/… + titel mechanisch gedeelte
  • bijvoorbeeld: 'orgelfront 92-toets dansorgel Continental Superstar'
informatiedragers
  • originele titel:
Registreer hier de titel die toegekend werd door de noteur, inclusief eventuele foutieve schrijfwijze.
  • populaire titel:
Bijvoorbeeld: Orgelboek ‘Sun of Jamaica’, orgelboek ‘Strand van St. Anneke’ (ballade)
  • toegekende titel:
Registreer hier de correcte titel indien de noteur een fout in een titel heeft gemaakt, of de originele Engelstalige titel van een Vlaamse hit.


Vermeld het genre van liedjes altijd in het Nederlands (bv. wals of snelle mars, niet waltz of quick march).


Spreek intern af om zoveel mogelijk dezelfde structuur aan te houden als dit kan. Bijvoorbeeld de originele titel voor de duidelijkheid tussen aanhalingstekens, hoe registreren als handschrift van de noteur niet (goed) leesbaar is.
losse onderdelen
  • Gebruik een vaste formule om losse onderdelen te registreren.
  • Bijvoorbeeld: type onderdeel + evt. originele titel of naam producent (transformator ACEC) + type + hoort bij mechanisch instrument  
  • Bijvoorbeeld: decoratief beeld jongeman met staf ‘Eich pianola’, transformator ACEC ‘Mortier 80-toets’, …
archivalia
  • Gebruik een vaste formule om archivalia te registreren.
  • Bijvoorbeeld: type archivalia + originele titel + vervaardiger + hoort bij mechanisch instrument
  • Bijvoorbeeld: LP dansorgel ‘Decap 92-toets’ “Potpourri dancing Abracadabra” ABC records, ansichtkaart tingeltangel x in Horeca-museum Rijsel, …
Korte beschrijving Het veld 'korte beschrijving' identificeert het object in één zin.
  • Dit dansorgel werd in 1952 gebouwd door Hippoliet Witgoor in opdracht van Anastasio Cuperus,. Het bevond zich tussen 1953 en 1982 in de populaire dancing de Berghut in Blauwgem.
  • Opulent en kleurrijk versierd Mortier 80-toets dansorgel uit 1914 aangedreven door een elektromotor.
  • Gebruik zoveel mogelijk de volgorde “wie-wat-waar-wanneer-waarom” te volgen.
  • Elke instelling bepaalt zelf hoe gedetailleerd de objecten beschreven worden en in welke invulvelden welke informatie terecht komt.  
  • Voeg ook de beschrijver toe, de persoon die de beschrijving gemaakt heeft (Naam, Voornaam).
  • Zowel voor het koepelrecord als voor de onderdelen/reeksnummers wordt een beschrijving gegeven.  
  • Noteer bij ’Beschrijver’ wie de korte beschrijving maakte (Naam, Voornaam).
  • In de tabel hieronder voorbeelden van een korte beschrijving per onderdeel
onderdeel richtlijnen
mechanisch gedeelte
  • Bijvoorbeeld: Het mechanisch deel bestaat uit vier accordeons, twee drumstellen, één carillon bespeeld door vier houten vrouwelijke figuren, die dankzij de originele piffaro, carillon en baxofoon-registers een helder timbre voortbrengt.
front
  • Bijvoorbeeld: Front bestaande uit met sprookjesachtige vrouwenfiguren en bloemenslingers versierde panelen. Het instrument werd voorts opgesmukt met cherubijntjes, rolwerkornamenten en speels versierde draaiende pilasters.
informatiedragers
  • Bijvoorbeeld: Pianocilinder met groeven/met nagels voor tingeltangel x.  
  • Bijvoorbeeld: Orgelboek dansorgel y “Una paloma blanca” + 11 andere tot een potpourri verkorte deuntjes.
  • Bijvoorbeeld: Het repertoire aan draaiorgelboeken bestaat vooral uit polka’s, cha cha cha’s en pophits uit de 1960’s.
losse onderdelen
  • Bijvoorbeeld: Elektromotor ACEC dansorgel XYZ
  • Bijvoorbeeld: Zeer verfijnd afgewerkt decoratief beeld type “Pompadourtje” kermisorgel RST uit een set van vier gelijkaardig versierde vrouwenbeelden. De vier dochters van de uitbater van dancing XYZ stonden model voor deze beeldenreeks.
archivalia
  • Bijvoorbeeld: 33 toeren vinylplaat “Vlaamse Potpourri Polka Festival Decap orgel XYZ dancing Berghut”
  • Bijvoorbeeld: Sundown Records. LP uit de Sundown-reeks uit de 1970’s. De opnames op deze LP’s werden op de hoes toegeschreven aan verschillende Vlaamse dansorgels maar werden in werkelijkheid allemaal door hetzelfde dansorgel voortgebracht.
  • Bijvoorbeeld: Sepia ansichtkaart met op achterzijde een afgestempelde postzegel en een handgeschreven boodschap.  
  • Bijvoorbeeld: Ansichtkaart dancing Berghut in Blauwgem, met op de achtergrond het Decap-orgel XYZ, ca. 1972. Dit orgel stond tussen 1954 en 1987 opgesteld in de bekende baandancing langs de steenweg naar Breda enz.
Vervaardiger Naam vervaardiger Het veld 'naam vervaardiger' documenteert de naam van de ontwerper(s) of vervaardiger(s) van een object.
  • Mendelsohn, Felix
  • Usines Th. Mortier S.A.
  • Namen van personen: Naam, Voornaam.
  • Namen van bedrijven: volledig overnemen zoals vermeld in de bron (bv. factuur, metalen label…).
  • Bij twijfel omtrent de juiste schrijfwijze, controleer altijd adequate bronnen. Een valabele bron voor kunstenaars is de RKD Artist databank: https://rkd.nl/nl/explore/artists. Indien een vervaardiger nog niet werd opgenomen, kan deze worden voorgelegd voor opname.
onderdeel richtlijnen
mechanisch gedeelte
  • Noteer hier de bouwer van het mechanische deel van het muziekinstrument.
front

In veel gevallen is de vervaardiger van het front/de klankkast een andere persoon/firma.

informatiedragers

Voor draaiorgelboeken een onderscheid maken tussen:  

  • Componist: vervaardiger van de melodie
  • Arrangeur: zet de melodie om naar een arrangement voor orgels  
  • Noteur: maakt het notenpatroon voor de gaten of pinnen.
  • Orgelboekkapper/cilindermaker: maker van het boek, de rol
  • Programmeur: maakt de MIDI-files
  • Uitgeverij: uitgeverij van het boek/de rol/de cilinder

De volgorde van registratie van de vervaardigers is niet belangrijk. Noteer wel zeker de functie in het veld soort naam van de thesaurusdatabank personen en instellingen (niet bij rol in het record).

losse onderdelen

De volgende AAT-termen kunnen hier gebruikt worden:

  • orgelbouwer
  • restaurateur
  • schrijnwerker
  • beeldhouwer
archivalia geen opmerkingen
Datering
Begindatum Het veld 'begindatum' documenteert de datum (of het jaartal) waarop het object is vervaardigd. 1977-04-08
  • Hanteer de klassieke ISO-Norm 8601 (https://nl.wikipedia.org/wiki/ISO_8601).  
  • Registreer de begindatum en einddatum.
Einddatum Het veld 'einddatum' documenteert de datum (of het jaartal) waarop het object is vervaardigd. 1900
  • Hanteer de klassieke ISO-Norm 8601 (https://nl.wikipedia.org/wiki/ISO_8601).  
  • Registreer de begindatum en einddatum.
Materiaal Term materiaal Het veld 'term materiaal' documenteert het materiaal waaruit het object of een deel van het object is vervaardigd.
  • notenhout
  • kerselaar
  • Kies de materialen uit de AAT en noteer ze in dalende volgorde van belang.
  • Stel intern een lijst samen van mogelijke materiaalsoorten.
  • Vermeld het onderdeel bij de materiaalsoort.
  • Noteer in enkelvoud.
  • Spreek intern af tot op welk detailniveau men gaat. Bijvoorbeeld enkel de ‘behuizing’ (front, zijpanelen, orgelkas, …), maar niet de materialen waaruit de afzonderlijke instrumenten in een dansorgel gemaakt zijn.  
  • In het veld ‘Beschrijving materiaal’ kan je noteren welk onderdeel precies in welk materiaal vervaardigd werd, of meer informatie registreren zoals ‘verguld’, ‘koperlegering’, ‘vervaardigd in geel metaal, mogelijk messing’ (indien metaalsoort onbekend), …
Afmetingen
Waarde afmeting Het veld 'waarde afmeting' documenteert de numerieke waarde van de afmeting van het object.
  • 103
  • 75
  • Je kan zowel de afmetingen in gemonteerde als gedemonteerde toestand noteren.
  • Noteer afmetingen altijd in centimeter, ook voor de lengte van de orgelboeken.
onderdeel richtlijnen
mechanisch gedeelte
  • Gebruik de term ‘lengte’ enkel voor bv. snoeren, kabels, aandrijfriemen, …
front
  • Geen opmerkingen
informatiedragers
  • Draaiorgelboeken: registreer de lopende centimeter (niet in pagina’s)
  • Bijvoorbeeld: 541 centimeter (lengte)
  • Pianorollen: noteer de afmeting in hoogte x breedte x diepte waarbij de diameter overeenkomt met de hoogte.
losse onderdelen
  • Geen opmerkingen
archivalia
  • Geen opmerkingen
Eenheid afmeting Het veld 'eenheid afmeting' documenteert de eenheid van de afmeting die gebruikt is in het veld 'waarde afmeting'.
  • cm
  • m
  • Gebruik officiële afkortingen voor de maateenheden. Noteer zonder hoofdletters.
  • Gebruik lijst met standaardtermen naar afspraak binnen de organisatie.
  • Gebruik de eenheid centimeter bij afmetingen kleiner dan 1 meter.
  • Gebruik de eenheid meter bij afmetingen groter dan 1 meter en kleiner dan 1 kilometer.
Toestand Term toestand Het veld 'term toestand' documenteert de algemene toestand waarin het object zich bevindt, beschreven vanuit conservatiestandpunt.
  • goed
  • redelijk
  • matig
  • slecht
Gebruik één van deze trefwoorden om de toestand van een object aan te duiden:
  1. goed: het object is stabiel, vereist geen restauratie en kan dus zonder ingrepen tentoongesteld worden.  
  2. redelijk: het object is stabiel, maar vereist conservatie-ingrepen om tentoongesteld te worden.
  3. matig: het object is onstabiel. Er zijn passieve en/of actieve conservatiemaatregelen nodig om de bewaring van het object voor lange tijd te kunnen garanderen.
  4. slecht: het object is onstabiel en heeft op korte termijn zeer geringe overlevingskansen. Het object is fragiel en kan niet langer zonder bijkomende schade gehanteerd worden.
Verwervingsmethode Term verwervingsmethode Het veld 'term verwervingsmethode' geeft de wijze aan waarop het object in het bezit of onder het beheer van de instelling is gekomen. zie Invulboek Objecten zie Invulboek Objecten
Verwervingsbron Naam verwervingsbron Het veld 'naam verwervingsbron' documenteert de naam van de persoon of de organisatie van wie of waarvan de organisatie het object verwierf. zie Invulboek Objecten zie Invulboek Objecten
Vaste standplaats Identificatie vaste standplaats Het veld 'identificatie vaste standplaats' documenteert de standplaats of locatie, waar het object zich gewoonlijk bevindt.

MIM/Zaal01/Vitrinekast02

  • Bepaal intern of je de standplaats voluit registreert of werkt met een codesysteem voor elke standplaats.
  • Zorg dat elke code uniek is.
  • Leg een standaardlijst met codes aan.
Huidige standplaats Identificatie huidige standplaats Het veld 'identificatie huidige standplaats' documenteert de standplaats waar het object zich thans bevindt.

Depot Vilvoorde/1/rek4/schap3

  • Bepaal intern of je de standplaats voluit registreert of werkt met een codesysteem voor elke standplaats.
  • Zorg dat elke code uniek is.
  • Leg een standaardlijst met codes aan.

Literatuur

Bestand:20200129 Invulboek mechanische muziekinstrumenten.docx

Overige bronnen

Voor de opstart van dit traject waren er al een aantal diffuse initiatieven met richtlijnen voor de registratie van mechanische muziekinstrumenten.
Deze werden ook geconsulteerd voor de opmaak van dit invulboek: