Handboek rechten klaren:Creative Commons

Uit Cultureel Erfgoed Standaardentoolbox
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Creative Commons-licentie is een nog jong en van oorsprong Amerikaans initiatief dat een betere verspreiding van open/free content en het stimuleren van creativiteit en innovatie beoogt. In wezen willen Creative Commons-licenties auteurs de vrijheid bieden om op een meer flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Een Creative Commons-licentie is juridisch gezien een klassieke licentie en geen overeenkomst tot vervreemding van auteursrechten. De auteur blijft houder van zijn auteursrechten, maar geeft via een licentie aan derden de toestemming om onder bepaalde voorwaarden gebruik te maken van zijn werk. Een werk onder een Creative Commons-licentie verspreiden heeft als voordeel dat de iedereen door het label dat eraan wordt toegekend onmiddellijk weet wat hij al dan niet met het werk mag doen. Hij dient geen contact op te nemen met de auteur om diens toestemming te vragen. Creative Commons-licenties zijn bedoeld voor alle types werken (muziek, foto, video...) en richten zich tot alle soorten auteurs (muzikanten, fotografen, filmmakers, schrijvers).

In verschillende landen bestaan er ondertussen Creative Commons-delegaties die de Amerikaanse Creative Commons-licentie hebben vertaald naar het nationale recht en de nationale landstaal. Deze vertaling en aanpassing waarborgt dat de Creative Commons-licentie volledig is aangepast aan het recht dat nationaal van toepassing is (dus in het land van de licentiegever). In België is de eerste ‘Creative Commons Public License’ (CCPL) gelanceerd in november 2004 en zijn ondertussen de Creative Commons-licentie vertaald naar het Nederlands en het Frans.

Het gebruik van Creative Commons-licenties doet geen afbreuk aan de bepalingen in de Belgische Auteurswet. In de Belgische versie van de Creative Commons-licenties wordt ook uitdrukkelijk bepaald dat elk gebruik van het werk op een manier die onder de verleende licentie valt, de aanvaarding van de licentie impliceert, zodat hierover geen betwisting kan zijn. De zes Creative Commons-licenties hebben allen gemeenschappelijk dat ze niet-exclusief en gratis zijn, wereldwijd gelden en onbeperkt zijn in tijd. Een auteur kan dus nog steeds perfect zijn werk onder een Creative Commons-licentie plaatsen en vervolgens nog een aparte licentieovereenkomst afsluiten met het oog op een uitgave van bijvoorbeeld een boek.

Alhoewel auteurs gerechtigd zijn om bepaalde rechten zelf of door een andere vennootschap naar keuze te laten uitoefenen, claimen de beheersvennootschappen in de toetredingscontracten met hun leden vaak een beheersmandaat voor zowel huidige als toekomstige werken. Wanneer een auteur een dergelijk toetredingscontract ondertekent of reeds heeft ondertekend, kan hij in principe geen Creative Commons-licentie aan zijn werken toekennen. Hij zal hiervoor eerst een goedkeuring van de beheersvennootschap moeten krijgen. Indien hij dit niet doet, kan de auteur door zijn beheersvennootschap worden beschuldigd worden van contractbreuk. In Nederland experimenteren Creative Commons Nederland en de beheersvennooschap Buma/Stemra momenteel wel met een regeling die het mogelijk maakt om door de beheersvennootschap de vergoedingen te laten innen voor commercieel gebruik van het werk en tegelijkertijd zelf als auteur het werk ter promotie aan te bieden onder Creative Commons-licenties voor niet-commercieel gebruik.

Creative Commons-licenties leveren vandaag maar een beperkte bijdrage aan de oplossing van de problematiek van de auteursrechten in de cultureelerfgoedsector. De belangrijkste belemmering is dat erfgoedorganisaties de Creative Commons-licenties slechts kunnen aanwenden wanneer ze zelf de rechthebbende van de content zijn.