Handboek rechten klaren:Overdracht van vermogensrechten – algemene regels

Uit Cultureel Erfgoed Standaardentoolbox
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Enkel de vermogensrechten, en dus niet de morele rechten, zijn vatbaar voor gehele of gedeeltelijke overdracht aan een derde. Deze overdracht kan exclusief of niet-exclusief zijn.

De algemene regels voor een overdracht van rechten bepalen volgens het contractenrecht dat:

  • de overdracht schriftelijk moet gebeuren;
  • de overdracht restrictief (en in het voordeel van de auteur) moet worden geïnterpreteerd;
  • de overeenkomst de omvang van de verleende rechten moet bepalen, met andere woorden voor elke exploitatiewijze dient de vergoeding, reikwijdte en duur uitdrukkelijk te worden vastgelegd;
  • er geen afstand mogelijk is van bepaalde billijke vergoedingen;
  • de overdracht een exploitatieplicht inhoudt die overeenkomstig is met de eerlijke beroepspraktijken;
  • de overdracht enkel betrekking kan hebben op toekomstige werken, voor een beperkte tijd en voor zover het genre van de werken waarop de overdracht betrekking heeft, is bepaald;
  • de overdracht van de rechten betreffende nog onbekende exploitatievormen nietig is.

De vermogensrechten kunnen door een overeenkomst worden vervreemd of in licentie worden gegeven. Een dergelijke overdracht van rechten moet steeds schriftelijk gebeuren. Het contract moet de omvang van de overgedragen rechten bepalen. Bij betwisting zullen zowel de omvang van de rechten die door de auteur zijn overgedragen als de reikwijdte van de overdracht restrictief worden geïnterpreteerd. Diegene aan wie de rechten worden overgedragen, kan voortaan het werk exploiteren en dient dit te doen overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken. Er kan geen overeenkomst worden opgemaakt met betrekking tot exploitatiewijzen die nog niet bestaan op het moment van de ondertekening van de overeenkomst. Zo was er tot het midden van de jaren 1990 bijvoorbeeld nog geen sprake van exploitatiewijzen zoals de dvd en het internet. Vermogensrechten op toekomstige werken kunnen worden overgedragen, maar enkel voor een beperkte termijn en als het genre van de werken waarop de overdracht betrekking heeft is bepaald. Een auteur kan dus een overeenkomst opmaken waarin wordt vastgelegd dat hij bepaalde rechten op bijvoorbeeld toekomstige muziekwerken, audiovisuele werken of fotografische werken overdraagt voor een termijn van bijvoorbeeld 10, 50 of 70 jaar. De auteur kan in ruil voor de overdracht een financiële vergoeding vragen. De overdracht van rechten in geval van een arbeidsovereenkomst of –statuut of bij werken op bestelling is iets soepeler.

De overdracht van de materiële drager van het werk impliceert geenszins de overdracht van de auteursrechten op het werk. Een erfgoedorganisatie die eigenaar is van bijvoorbeeld een schilderij, foto of beeldhouwwerk verkrijgt als koper van de materiële drager van het werk niet de auteursrechten op dit werk. Ze heeft wel het recht om het werk tentoon te stellen. In het beste geval kan de erfgoedorganisatie voor het stellen van andere handelingen rekenen op een van de uitzonderingen op het auteursrecht, bijvoorbeeld de preserveringsuitzondering.